Doel van de studie is om te kijken wat er gebeurd met de keten als bedrijven met reststromen in een netwerk zitten. ‘We zijn vooral op zoek naar bedrijven uit de chemie en de voedingsindustrie’, legt Jan-Henk Welink van de TU Delft uit. ‘We hebben al enkele sessies gehad, maar hoe meer bedrijven hoe beter. De reststromen die we tot nu toe voornamelijk zijn tegengekomen zijn loog, zwavelzuur en zand.’ Andere typische reststromen waar de TU nog naar op zoek is, zijn bijvoorbeeld basen, verzadigd actief kool, vetzuren en gums.
Sessie
Op 23 maart organiseert de TU Delft weer een nieuwe sessie, waar bedrijven kunnen aanschuiven. Bedrijven kunnen daar vertellen welke reststromen ze hebben, maar ook naar welke ze op zoek zijn. De reststromen die uit de sessie komen zullen ook worden gematched met reststromen uit vorige sessies. Doel is dat bedrijven uiteindelijk ook daadwerkelijk reststromen gaan uitwisselen. Inmiddels hebben al zo’n 50 grote bedrijven bij de TU Delft aan tafel gezeten.
Voor meer informatie over de sessie, zie onze agenda.