Lees verder
"Van mensen eisen dat ze nu van het gas los gaan, is onrealistisch. De kosten zijn te hoog en het zorgt voor een toename van de CO2-uitstoot." Dat stelt David Smeulders, hoogleraar Energiesystemen aan de TU Eindhoven in een TV-uitzending van het consumentenprogramma Kassa.
Redactie / Eindhoven

Slechts 18% van de stroom in Nederland is momenteel ‘groen’. De rest wordt voornamelijk opgewerkt door aardgas- en steenkolengestookte centrales. Daardoor leidt de productie van voldoende elektriciteit voor warmtepompen e.d. tot een grotere uitstoot dan wanneer de burgers gasketels blijven gebruiken.

Smeulders vindt het Klimaatakkoord op dit gebied onrealistisch. “Het scenario dat in 2030 70% van alle stroom duurzaam moet worden opgewekt, gaat ervan uit dat het elektriciteitsgebruik niet zal stijgen en dat alle nu geplande windparken op zee worden geïnstalleerd. In 2015, 17, 18 en 19 zijn er nul windmolens op zee bijgekomen. Dus die planning klinkt wel fantastisch, maar de uitvoering loopt achter.”

Wereld te winnen

Smeulders voorziet tegelijkertijd geen snelle groei van bioenenergie uit houtpellets, aangezien er nu al rechtszaken worden gevoerd over het ‘opstoken van bossen voor energie’. En voor zonnepanelen is er te weinig dakruimte in Nederland. “Er is in totaal 900 km2 beschikbaar. Zou je die allemaal zou benutten voor zonne-energie, kom je nog maar op de helft van de totale stroomvraag in Nederland.” Overigens is op dit moment nog maar 4% van de Nederlandse dakruimte benut. “Er is dus nog een wereld te winnen.”

Van het gas af gaan is volgens Smeulders pas rendabel als dat verandert en de rest van de benodigde energie kan worden opgewekt met aardwarmte, restwarmte, oppervlaktewater of groene waterstof. Dat duurt zeker nog tien jaar, denkt de hoogleraar. Tegelijkertijd zijn er in Nederland wel al 27 ‘proeftuinen’: wijken die nu al van het gas af gaan.

Onrechtvaardig

Volgens Smeulders worden de burgers daar als proefkonijnen gebruikt. “Dat gaat veel te ver. Mensen krijgen een brief van de gemeente en worden wanhopig: ze moeten ineens tienduizenden euro’s investeren, maar kunnen dat niet opbrengen. Dat wordt absoluut niet onderkend. Ik maak me dan ook ernstige zorgen over de rechtvaardigheid van de energietransitie: technisch lossen we alles wel op, maar de kosten worden niet eerlijk verdeeld.”

Volgens Jan Rotmans, hoogleraar Transitiekunde aan de Erasmus Universiteit en mede-oprichter van Urgenda, kijkt Smeulders niet genoeg naar de toekomst. “Nederland is nu al het sukkeltje van Europa als het gaat om duurzame energie, we lopen achteraan en kunnen niet nog tien jaar wachten.” Een investering van € 35.000 met een terugverdientijd van 20 jaar zou voor de meeste huishoudens geen enkel probleem zijn, want “het biedt de mensen meer comfort, zoals minder temperatuurverschillen in huis, ’s zomers en ’s winters.”

De verwachte levensduur van een warmtepomp is volgens installateurs overigens 15 tot 20 jaar (bron: Technische Unie).

Beeld: BNNVARA