Lees verder
De biobased economie komt maar langzaam van de grond, ondanks honderden miljoenen aan investeringen en overheidssubsidies. 'De omvang van de markt is klein en we verdienen er nog weinig aan. De implementaties zijn er nog niet en de marktcondities zijn niet wat ze moeten zijn', zegt Kees Kwant van RVO. Tijd om aan de bel te trekken?
Redactie / Den Haag

Volgens Joost van den Akker, gedeputeerde van de provincie Limburg, is dat voorbarig. ‘We zitten goed op koers. Een transitietraject is nu eenmaal niet van vandaag op morgen gerealiseerd.’ Het ongeduld zit vooral bij de bedrijven, het mkb voorop, stelt Rob Voncken van Green PAC. ‘Zij redeneren vanuit het perspectief van een goede, snelle business case. Dat is een logische focus. Bij biobased probeer je iets van de grond te trekken dat niet automatisch economisch rendeert.’

Markt aanjagen

Om de biobased economie te stimuleren, zou de overheid veel meer als launching customer kunnen optreden. ‘Een overheid die biobased producten inkoopt, helpt het beste om de markt aan te jagen’, zegt Rop Zoetemeyer van Biobased Delta. Kwant denkt dat bewust groen inkopen door bedrijven en overheden best succesvol is. ‘Rijkswaterstaat die biobased beschuttingen of groene bitumen koopt. Of Mars die biobased wikkels gebruikt. Dat zijn hoopgevende signalen.’

Volgens Voncken is die rol van afnemer zelfs wezenlijker dan die van geldverstrekker. ‘Projecten als de biocomposiet fietsbrug, waarin we als Green PAC participeren, krijg je niet rendabel van de grond als de overheid niet als launching customer optreedt.’

Per slot van rekening is de omschakeling naar biobased wel noodzakelijk. Zoetemeyer: ‘Als de industrie niet circulair of biobased wordt, verdwijnt ze. Dan zijn we onze welvaart kwijt. We hebben geen keus.’