LyondellBasell is een van de grootste bedrijven op de Maasvlakte en maakt onder meer windmolenwieken, autodashboards en zonnepanelenbehuizingen op basis van de chemische plastics propyleenoxide en styreen-monomeer. “De productie gaat gepaard met afvalstromen”, vertelt Willemien Terpstra, Vice-President Fuels and Styrene. “Het verwerken hiervan kost nu nog veel energie. We willen de CO2-voetafdruk van dat proces verkleinen. Daarom zijn we in 2014 het innovatieve Circular Steam Project begonnen.”
Samen met joint-venture partner Covestro wordt een installatie gebouwd waarin twee afvalwaterstromen gescheiden worden. De eerste stroom (40 procent van het totaal) wordt biologisch gezuiverd met bacteriën. Daarbij komt biogas vrij dat weer wordt ingezet in het productieproces. De tweede stroom wordt omgezet in hogedrukstoom, bedoeld voor processen met een geavanceerd boilersysteem. Terpstra: “Hogedrukstoom werd voorheen geproduceerd met steenkool. Met de nieuwe methode besparen we nu zo’n 140.000 ton CO2 per jaar. Dat staat gelijk aan het elektriciteitsverbruik van een stad als Breda.”
Economisch zinvol
LyondellBasell en Covestro investeren samen € 150 miljoen in het Circular Steam Project. Die investering wordt aangevuld met een overheidssubsidie van € 6 miljoen uit de Demonstratie Energie Innovatie (DEI)-regeling. “Met die bijdrage werd het project haalbaar. Onze bedrijfstak is zeer competitief, met concurrenten overal ter wereld. Al onze projecten moeten economisch zinvol zijn en dat was dit project aanvankelijk simpelweg niet. Dankzij de subsidie konden onze kosten wél gedekt worden.”
De bouw van de installatie vordert. “Er staat al een enorme toren van 50 meter hoog. We hopen dit jaar operationeel te zijn. Als we met de installatie goede resultaten boeken, hopen we innovatieve aanpak ook op andere locaties toe te passen. Dan kunnen we steeds meer CO2 besparen.”
Integraal pad
Wat Terpstra aan andere ondernemers mee wil geven die een subsidieaanvraag overwegen? “Een paar dingen. Leg stakeholders goed uit wat je project inhoudt. Aan RVO.nl, het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, de gemeente, noem maar op. Hun goedkeuring is erg belangrijk voordat je echt van start gaat.” Daarnaast is het verstandig om als ondernemer een goede, volledige rapportage en administratie te hebben. “Je wilt later wel de stukken kunnen aanleveren die nodig zijn om aan te tonen dat je terecht geld hebt gekregen.” En Terpstra heeft nog een derde tip. ‘Zet een projectteam op dat breder kijkt dan alleen naar de subsidieaanvraag. De aanvraag is slechts een onderdeel van een integraal pad naar verduurzaming.”
Subsidies voor CO2-reductie
In 2050 moet Nederland 95 procent minder uitstoten ten opzichte van 1990. In 2030 moet er al een afname van 49 procent zijn. Dat staat in de klimaatdoelstellingen. Op basis van deze doelen stelt de Rijksoverheid eisen aan industriële bedrijven. Ze ondersteunt hen bij het voldoen aan die eisen – met kennis, netwerken en subsidies.
Via de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) biedt de overheid diverse nieuwe subsidies aan. Uniek en eenmalig zijn de subsidies Demonstratie Energie- en Klimaatinvestering (DEI+): Circulaire Economie en Versnelde Klimaatinvestering Industrie (VeKI). Deze subsidieregelingen dragen bij aan het versneld behalen van de CO2-reductie doelstellingen van 2030. In 2020 opent daarnaast een heel nieuw soort regeling, die innovatieve integrale oplossingen voor de industrie ondersteunt: de regeling Missiegedreven Onderzoek Ontwikkeling en Innovatie (MOOI).
Meer informatie is te vinden via de subsidie- en financieringswijzer van RVO.nl.
Beeld: LyondellBasell
