Lees verder
Het nieuws staat bol van actualiteiten die ons op harde wijze herinneren aan onze afspraken in Parijs. Nakomen van ‘Parijs’ vraagt ook van Nederland als maatschappij forse stappen in verduurzaming en datgene te doen waar zij het verschil mee kan maken.
Reinier Gerrits

Om het bij ons zelf te houden. De Nederlandse chemische industrie moet daar als grote energieverbruiker én als materialenproducent voor bijna alle industriële sectoren een belangrijke bijdrage aan leveren. Al ruim 25 jaar, en nog steeds verlagen de Nederlandse chemiebedrijven hun energieverbruik en daarmee de emissies van broeikasgassen (voornamelijk CO2) en wij durven te stellen dat we daarbij nog steeds meedraaien in de frontlinie. Dit is echter geen vrijgeleide om niet nog verder door te pakken.

Doorpakken verreist fundamentele productieveranderingen en dus forse investeringen in nieuwe efficiëntere procestechnologie, iets dat we allemaal willen. Doorpakken betekent echter vooral ook het ontwikkelen van duurzame materialen uit bijvoorbeeld chemische recycling, biomassa of CO2- vrije waterstof.

Specifiek voor de chemie geldt dat twee derde (meer dan 500PJ!) van de energiedragers die we gebruiken eindigen in onze materialen als ‘ingebouwde koolstof’ die potentieel vrijkomt bij verbranding aan het einde van de productlevenscyclus. Let wel, dat is twee keer zoveel als wat we via onze eigen schoorstenen emitteren.

Het feit dat we ons hier structureel hard voor maken, sinds het uitbrengen van onze Routekaart 2030, vanaf dag één van de onderhandelingen over het Energieakkoord 1.0, de energieagenda én de inmiddels vijf rondetafelgesprekken met Minister Kamp, zou u kunnen interpreteren als dat we hier serieus wat mee willen…

Het vraagt om een bredere systeembenadering van het CO2-probleem, niet de kruideniersmentaliteit van nu…

In de basis is het heel eenvoudig; de hoeveelheid CO2-emissies die we wereldwijd extra aan de atmosfeer toevoegen moet dramatisch teruggebracht worden en wel met 80 tot 95% t.o.v. 1990. Daarbij zou het niet moeten uitmaken wáár maar dat deze emissies plaatsvinden. CO2 erkent geen ‘man made’ staatsgrenzen en de gevolgen van ‘global warming’ al helemaal niet.

Allereerst en vooral gaat de discussie nu over het nut van één centrale doelstelling versus meerdere subdoelstellingen. Het zal niet verbazen dat de industrie pleit voor één doelstelling om zo te voorkomen dat zij suboptimale investeringen moet doen (die niet of minder bijdragen aan de beoogde langere termijn transformatie).

Echter een nog veel belangrijkere discussie die gevoerd moet worden, gaat over wat we meenemen in het klimaatbeleid. Nederlands klimaatbeleid staat vrijwel gelijk aan energiebeleid, gericht op efficiency-verbetering en reductie van proces en energie-opwek-emissies (kortweg de ‘schoorsteen’).

U zult wellicht denken prima, energie is toch verreweg het grootst?

Dat klopt: wereldwijd wordt ca 5-6% van het fossiel als grondstof voor producten gebruikt. Van de overige 95% maken we energie. Het interessante is dat in Nederland de verhoudingen volstrekt anders liggen. In ons land geldt dat van alle fossiel dat Nederland gebruikt bijna 20% voor producten is. De Nederlandse chemie is verantwoordelijk voor die 20%. Het merendeel van wat we produceren exporteren we naar het buitenland.

Dat betekent dat – als we in de Nederlandse chemie circulair gaan opereren – we een enorme bijdrage kunnen leveren aan CO2-reductie, relatief veel meer dan elders in de wereld. Een enorme kans voor Nederland dus. De chemiesector heeft de sleutel in handen om ervoor te zorgen dat de koolstof die ingebouwd zit in haar producten en materialen, bij verwerking in afvalverbranding-installaties in en vooral ook buiten Nederland geen ‘extra’ CO2 (langcyclisch fossiel) uitstoten door inzet van recycling, biobased materialen of CO2-gebruik.

Op Prinsjesdag was ik bij een sessie van ABN Amro, daar hoorde ik het hoopvolle bericht dat je met Nederlandse technologie op 0,5m2 200g groenten dagelijks kan verbouwen –> 10-15% Nederlands oppervlak is dan voldoende voor 9 mld mensen. Hoopvolle berichten! Dit soort impact willen we als Nederlandse industrie hebben. Dan het bericht dat nog intensievere recycling van plastic huisvuil beperkte toegevoegde waarde voor milieu zou hebben, wij ZIJN bezig om hoogwaardigere mechanische recycling (QCP/Indorama) te realiseren, wij ZIJN bezig met het inzetten via vergassing van plastic huisvuil als alternatief voor fossiele aardgas en nafta.
Nogmaals, de VNCI ondersteunt het belang van verdergaande efficiency en reductie van procesemissies, maar stelt dat de Nederlandse chemie de boot mist als zij zich niet tijdig kan transformeren naar processen met duurzamere grondstoffen.

‘Mooi’, kunt u stellen, ga uw gang beste chemische industrie, ’wij houden u niet tegen…’ Maar de eenzijdige focus op schoorsteenemissies houdt ons wel degelijk tegen. Ook wij moeten keuzes maken in hoe we onze euro’s en capaciteit inzetten.

De energiesector die wil verduurzamen vindt niet alleen begrip, maar ook concrete ondersteuning om het zo geheten marktfalen te adresseren en zo voldoende tempo te kunnen maken om te transformeren.

Ik kan u vertellen: De chemische industrie loopt nog véél harder tegen marktfalen aan omdat er nog onvoldoende vraag is naar ‘low carbon’-producten en de hogere kostprijs direct ten koste gaat van de marge, omdat er geen geïnternaliseerde prijs is voor de eindconsument.

Daar komt bij dat onze producten in tegenstelling tot de elektriciteitssector wel goed transporteerbaar en daarmee uitwisselbaar zijn voor producten van buitenaf de EU.

Waarom geldt het argument dat een tijdige en geleidelijke transitie goed is voor de industrie wel voor energiebesparing maar niet voor verduurzaming van onze grondstoffen.

Vroeger was het wellicht gewoon om klakkeloos het advies van de dokter te accepteren, nu ga je bij twijfel toch op zijn mist voor een second opinion….?

Ondanks vele discussies en pleidooien wil het niet lukken om het reduceren van de ingebouwde koolstof (emissies) van materialen onderdeel van het klimaatbeleid te maken. Niet in het energieakkoord en (nog) niet in de uitwerking van de Energieagenda.

De Ministeries horen wat we zeggen maar…..om terug te komen op die second opinion? Waar kunnen wij terecht?

En dan nog afsluitend de discussie over één centrale CO2-doelstelling of meerdere doelstellingen. Moeten we ondanks onze weerstand voor meerdere doelstellingen dan toch nog één extra vragen voor verduurzaming van grondstoffen?

Nee dank u wel, laten we het eerst maar eens worden over het bovenliggende probleem en zinvolle systeemgrenzen.

Wij vragen van het nieuwe kabinet haar medewerking aan een Nationaal integraal klimaatakkoord 2.0, dat het opwarming van onze aarde tegengaat door voor zowel de verduurzaming van energie als grondstoffen dezelfde kaders en randvoorwaarden te creëren.

De betekenis hiervan is groot. Het betekent dat de Nederlandse chemische industrie haar hoofdkantoren, die veelal in het buitenland zijn gevestigd, over de streep kan trekken met het argument, ‘Nederland is the best place to invest’. Dan dalen de investeringen in Nederland neer, creëren ze banen in Nederland en kunnen Nederlandse bedrijven die innovatieve duurzame technologieën en duurzame producten in de wereld aan de man brengen.

Zo wordt verduurzaming niet langer louter een last, maar een enorme groei impuls voor de Nederlandse economie