Lees verder
De biogebaseerde industrieën in Europa blijven groeien. In 2018 behaalden ze een totale omzet van € 780 miljard. Dat is een stijging van € 30 miljard (+ 4%) ten opzichte van 2017. Dat blijkt uit een pas verschenen verslag van het nova-Instituut in opdracht van het Bio-based Industries Consortium (BIC).
Redactie / Brussel

Het nova-Instituut analyseerde de Eurostat-gegevens van 2018 en stelde vast dat de omzet van de totale bioeconomie in de EU-27 en het Verenigd Koninkrijk, met inbegrip van levensmiddelen en dranken en de primaire sectoren van land- en bosbouw, iets meer dan € 2,4 biljoen bedraagt, een stijging van ongeveer 25%.

De voedings- en drankensector is goed voor ongeveer de helft van de omzet, de biogebaseerde industrieën, zoals chemicaliën en kunststoffen, farmaceutische producten, papier en papierproducten, de houtsector, textiel, biobrandstoffen en bio-energie zijn goed voor ongeveer 30%. De biobased chemie (inclusief kunststoffen) behaalde in 2018 alleen al een omzet van circa € 54 miljard. Ten opzichte van de totale chemie bleef het aandeel biobased relatief stabiel op ongeveer 15%. Ten opzichte van tien jaar geleden is dit wel een verdubbeling.

Bijna 20% van de omzet wordt gegenereerd door de primaire sectoren van de land- en bosbouw, terwijl deze sectoren wel verantwoordelijk zijn voor een meerderheid van de werkgelegenheid in de bioeconomie (54%). Ze zijn vooral sterk vertegenwoordigd in Midden- en Oost-Europa. De West- en Noord-Europese landen genereren een hogere omzet in verhouding tot de werkgelegenheid, wat wijst op een groter aandeel van raffinage en industrieën met toegevoegde waarde. De landen met de hoogste omzet/werkgelegenheid-ratio’s zijn Finland, België en Zweden.

Het volledige rapport is gratis te downloaden op de website van het nova Instituut.

Image: MNStudio/Shutterstock