Lees verder
De Europese bio-economie biedt 18.3 miljoen mensen werk en levert een totale omzet op van € 2.1 biljoen (2.100.000.000.000 euro).  Dat heeft het Duitse Nova-Instituut becijferd in opdracht van het Bio-based Industries Consortium (BIC). De cijfers zijn afkomstig uit de Europese statistische databank Eurostat en stammen uit 2013.
Hürth

Op Europese schaal wordt ongeveer de helft van de totale omzet gemaakt door de voedsel- en drankenindustrie. Bijna een kwart door wordt gecreëerd door de primaire sector (landbouw en bosbouw). Het resterende kwart wordt gecreëerd door de biobased industrieën, zoals chemie, bioplastics, farmaceutische industrie, papierproductie, textiel, biobrandstoffen en bioenergie.

 

Werkgelegenheid


De Europese bioeconomie biedt in totaal 18.3 miljoen mensen werk. Daarvan is 58% werkzaam in de primaire sector, hoewel deze voor nog geen kwart van de omzet verantwoordelijk is. De onderzoeksgegevens laten grote verschillen zien tussen de diverse lidstaten. In de Oost-Europese landen (Polen, Roemenië en Bulgarije) is de werkgelegenheid in de bioeconomie het grootst, maar gaat het voornamelijk om activiteiten met een lage toegevoegde waarde. In West- en Noord-Europese landen is de arbeidsproductiviteit hoger (meer omzet met minder mensen). Landen met de hoogste arbeidsproductiviteit zijn Ierland, Finland and België.

Met een omzet van € 600 miljard en 3.2 miljoen werknemers is het belang van de biobased industrie (dus exclusief voedsel en dranken) fors. De data tonen een lichte toename tussen 2008 en 2013.

Volgens een enquête van eind 2014 waren BIC-leden van plan om tussen 2014 en 2015 € 1.1 miljard te investeren in de biobased industrieën. Meer dan 2.1 miljard aan investeringen zit nog in de pijplijn voor de periode tussen 2014 en 2020. Het gaat daarbij veelal om korte termijninvesteringen in de waardeketens rond lignocellulose en bosbouw.

Het volledige rapport is hier te downloaden