RWE wil haar twee Nederlandse kolencentrales daarvoor openhouden en in 2030 volledig laten draaien op biomassa. De CO2 die uit beide centrales komt, kan worden opgeslagen onder de zeebodem. De centrales worden hierdoor zelfs klimaatnegatief en scheppen in totaal 10 megaton extra CO2-ruimte per jaar. Die ruimte kan volgens Miesen worden gebruikt om gascentrales in te schakelen. Zij zijn flexibel en dat is cruciaal om de stabiliteit van het elektriciteitsnet te kunnen waarborgen, omdat de opbrengst van duurzame energie fluctueert.
Biomassa speelt een onmisbare rol in de energietransitie, vinden het VN-klimaatpanel IPCC, het energieagentschap IEA en de Europese Commissie. Het Nederlands kabinet volgde tot nu toe die zienswijze, maar krabbelt terug onder invloed van maatschappelijke discussies die niet altijd met rationele argumenten worden gevoerd. “Een achterhoedegevecht”, noemt Miesen dat. “Als je niet voor biomassa kiest, maak je je leven heel moeilijk.”
Niet afremmen
Ook op CO2-opslag (CCS) is kritiek omdat het een lapmiddel zou zijn en subsidie beter naar echt duurzame oplossingen kan gaan. Miesen zegt dit soort discussie bevreemdend te vinden: “We moeten ons in Nederland niet laten afremmen door de vraag of een oplossing wel duurzaam genoeg is. Het gaat om het oplossen van het klimaatprobleem. We moeten zien dat we de was gedaan krijgen. Dat is moeilijk genoeg. Laten we samen eerst bij nul uitstoot komen.”
Inmiddels dringt de tijd. Tot 2030 is er nog maar 9 jaar voor het klimaatneutraal maken van de energievoorziening. Zon en wind zijn te onbetrouwbaar als ruggengraat van de elektriciteitsvoorziening. Kerncentrales realiseren voor 2030 is onhaalbaar. De enige mogelijkheden die overblijven zijn biomassacentrales of gascentrales op aardgas of groene waterstof. “Denk dus goed na wat je gaat wegstrepen. Want op een zeker moment zijn die keuzes echt weg.”
Beeld: RWE
