Uitgangspunt is daarbij steeds ‘meerwaarde creëren uit biomassa’. Daarbij gaat het vaak om problematische rest- en afvalstromen: van matrassen tot tapijtafval, van kabelschroot tot dierlijke mest of sinaasappelschillen. In het eigen laboratorium of de eigen proefruimte haalt Ingenia eruit wat erin zit, mede dankzij de inzet van een multidisciplinair team 15 experts: van proces-, chemisch- en milieutechnologen tot werktuigbouwkundigen.
“Samen werken wij aan het ontwikkelen van nieuwe technologie en kennis”, zegt oprichter en directeur Ronald Verberne. “Daarbij zoeken we wel altijd snel aansluiting bij de markt.” Zo ontwikkelde Ingenia in 2006 met succes technologie voor de omzetting van slacht- en frituurvet naar biodiesel. Deze technologie wordt inmiddels onder licentie toegepast in vier Nederlandse biodieselfabrieken, met een gezamenlijke jaarproductie van 250.000 ton.
Rode draad
“De rode draad is steeds dat er iets moet worden gedaan met die stromen: chemie of fysiek geweld. Sommige stromen moeten eerst worden voorbewerkt, bijvoorbeeld door drogen, verkleinen of sorteren. Dan volgt een conversiestap, zoals fermentatie, hydrolyse of een chemische reactie. Tot slot moeten de inhoudsstoffen moeten vaak ook weer worden opgewerkt, gescheiden en gezuiverd.”
Voor bedrijven onderzoekt Ingenia ook welke stappen noodzakelijk zijn om product, markt en technologie goed op elkaar aan te laten sluiten. “We helpen onze opdrachtgever van A naar B tot Z te komen, waarbij alle hindernissen worden overwonnen: hoe schaal je het proces op, hoe ontwerp je een fabriek, hoe begroot je dat, met welke milieu-aspecten krijg je te maken, hoe ziet de LCA eruit? Dit alles met als doel dat er uiteindelijk een fabriek komt te staan die daadwerkelijk rendabel is.”
