De helft van de Nederlandse landbouwoppervlakte bestaat momenteel uit grasland. Dat gras wordt voornamelijk gevoerd aan koeien, de enigen die het met hun meerdere magen kunnen verteren. Met dezelfde hoeveelheid gras kunnen echter meer monden worden gevoed, meent Sanders. Niet alleen koeien, maar ook varkens, kippen, paarden en zelfs mensen: eenmagigen die een veel hoger eiwitrendement hebben op het hoogwaardige graseiwit. De oplossing is grasraffinage: het scheiden van gras in verschillende fracties.
Mestprobleem
Koeien hebben namelijk niet alle eiwitten nodig die in gras zitten. Sterker nog, bij het voeren van ongeraffineerd gras komt er onnodig veel fosfaat en stikstof in de mest, dat in de bodem en in de lucht terecht komt. Met als gevolg een mestprobleem. Met het raffineren van gras wordt dit probleem verkleind: een geoptimaliseerd eiwitdieet zorgt ervoor dat de koe minder fosfaat en stikstof uitstoot. Het overgebleven grassap bevat essentiële aminozuren, suikers en mineralen die waardevol zijn voor varkens, kippen, paarden en mensen.
Naast gras zijn ook andere groene grondstoffen geschikt voor bioraffinage, bijvoorbeeld komkommerloof, paprikaloof en andere resten uit de tuinbouw, maar ook waterplanten. De voordelen van grasraffinage zitten vooral in het samenwerken tussen bedrijven: melkveehouders of tuinders die volop gras of ander gewas hebben, kunnen dit raffineren en verkopen aan varkens-, kippen- of paardenhouders of producenten van vleesvervangers voor de mens. Een win-winsituatie voor elke partij.
Grassa!
Het bioraffinagebedrijf Grassa! startte ca. 10 jaar geleden als onderzoeksconsortium. Het bedrijf verwerkt gras met een mobiele raffinagemachine, maar ook andere groene grondstoffen (zoals afval uit de tuinbouw en waterplanten) tot nieuwe hoogwaardige producten. Grassa! is één van de initiatiefnemers van het Bio Treat Center (BTC) op de Brightlands Campus Greenport Venlo.
