Lees verder
In de EU wordt jaarlijks een slordige 1.500 Megaton droge biomassa geproduceerd en ruim 1.000 Megaton gebruikt. Toch is de EU over het totaal bekeken netto biomassa-importeur. Dat komt onder meer doordat niet alle geproduceerde biomassa wordt geoogst.
Redactie / Brussel

Dat is een van de resultaten van een biomassastudie die het Join Research Center van de Europese Unie deze maand presenteerde. Het onderzoek beoordeelt de in de EU geproduceerde biomassa, de gebruikte hoeveelheden en hun toepassingen.

De grondgebonden sectoren van de EU produceren 1466 Mt droge biomassa per jaar (landbouw 956 Mt en bosbouw 510 Mt) en 2 Mt wordt geproduceerd door de mariene sectoren (visserij en aquacultuur, algen). Van de totale productie in de EU wordt meer dan 60% gebruikt in de feed- en foodsector, gevolgd door bio-energie (19,1%) en biomaterialen (18,8%).

Handelsbalans

De import- en exportcijfers van biomassa variëren sterk per product. Zo is bijvoorbeeld de handelsbalans van dierlijke en verwerkte producten, evenals die van producten van massief hout en papier en karton positief. Daar staat tegenover dat de EU netto-importeur is van plantaardig voedsel, vaste biobrandstoffen, vis, zeevruchten en algen.

Van de geproduceerde biomassa blijft een deel op het land om bijvoorbeeld de koolstofhuishouding binnen het ecosysteem in stand te houden. In de landbouw bestaat 46% van de productie uit reststoffen, waarvan ongeveer een kwart wordt verzameld. In de bosbouwsector blijft ongeveer een derde van het jaarlijks geproduceerde hout in het bos, om de koolstofvoorraad te vergroten. Houtverwijderingen worden echter lang niet altijd gerapporteerd, waardoor de hoeveelheid niet-geoogste biomassa waarschijnlijk lager zal zijn, hoewel nog steeds in het positieve bereik.

Werk in uitvoering

De biomassastudie van het JRC heeft een langetermijnperspectief; het is werk in uitvoering, dat de komende jaren zal worden voortgezet. Het huidige rapport kan dus worden beschouwd als eerste beoordeling, die nog hiaten bevat die in het vervolg van dit onderzoek verder zullen worden onderzocht.

Denk daarbij aan: verbetering van de vergelijkbaarheid tussen sectoren, het terugdringen van kenniskloven tussen aanbod en gebruik van biomassa, aanvulling van de analyse met informatie over algen en afvalstromen en dus het nader bekijken van de circulariteitsaspecten van de bioeconomie en het beoordelen van biobased toeleveringsketens op s duurzaamheidsdimensies (milieu, economisch en sociaal).