Op het gebied van de materialentransitie wil de industrie samenwerken met de overheid. Het gaat hierbij om een complexe puzzel: het vervangen van fossiele grondstoffen door alternatieve materialen, waaronder biogrondstoffen, afvalstromen en hergebruik van CO2.
Hoe kan de nieuwe regering volgens de VNCI de materialentransitie versnellen?
- Door de hele ‘keten van materialen’ te ondersteunen: van de beschikbaarheid van alternatieve grondstoffen en de inzameling van plastic tot het stimuleren van de afname van producten die duurzaam zijn gemaakt.
- Door het creëren van een Europese markt voor producten met (deels) niet-fossiele grondstoffen, het gaat immers om internationale productketens. Een concreet nationaal voorbeeld is de normering voor een minimum aandeel recyclaat en biogrondstoffen in kunststoffen.
- Door te zorgen dat alternatieven voor fossiele grondstoffen beschikbaar zijn: een opbouwscenario van niet-fossiele grondstoffen die snel kunnen worden toegepast.
- Door het opzetten van een bestuursmodel waarin zowel publieke als private partijen zijn vertegenwoordigd om implementatie van maatregelen af te stemmen en regie te houden op de uitvoering.
- Door met eigen instrumentarium en financieringsmogelijkheden de aanpak van de materialentransitie te ondersteunen en zo betaalbaar te houden voor zowel bedrijven als consumenten.
- Door de reductie van scope 3 emissies (ketenemissies) meetbaar en waardeerbaar te maken, zodat bedrijven voor deze bijdrage worden beloond, net zoals bij scope 1 en 2 emissiereducties.
- Door in te zetten op langdurige afnamezekerheid voor duurzame materialen. Er moet een duidelijk beleidskader komen voor zowel de fossiele grondstoffen die worden afgebouwd, als voor de alternatieve grondstoffen die worden opgebouwd.
Verder doet de VNCI nog aanbevelingen op het gebied van klimaatneutraliteit, veiligheid en duurzaamheid, waaronder het inzetten op een ondernemingsklimaat dat bijdraagt aan brede welvaart, een duurzame toekomst, nieuwe banen, open strategische autonomie en toekomstig verdienvermogen in Nederland.
De volledige aanbevelingen zijn te lezen op de website van de VNCI.
Beeld: Anton_Ivanov/Shutterstock