Lees verder
Avantium voorziet dat er na 2018 duizenden kilo's bio-aromaten worden geproduceerd in een pilotplant. Daarmee kunnen producenten van halffabrikaten en eindproducten testen hoe deze biobased bouwstenen presteren ten opzichte van de traditionele 'fossiele' aromaten.
Amsterdam

Het gaat daarbij onder meer om smeermiddelen, coatings en polymeren. Ook kleefmiddelen en (platform)chemicaliën behoren tot de mogelijkheden. ‘De rol van de leveranciers is zeer belangrijk’. zegt Jan Kees van der Waal, manager new biomass conversion binnen Avantium, in een artikel in Agro&Chemie.

Het bedrijf is één van de actieve deelnemers in het project BIO-HArT: ‘Biorizon Innovatie en Opschaling van Hernieuwbare Aromaten Technologie’. Het consortium achter het project bestaat uit binnen- en buitenlandse bedrijven en onderzoeksinstellingen, zoals TNO, VITO, Avantium, Chemelot InSciTe, Universiteit Antwerpen, KU Leuven, Bio Base Europe Pilot Plant, Technische Universiteit Eindhoven, Universiteit Maastricht en DSM ChemTech Center.

Binnen BIO-HArT worden diverse routes onderzocht om tot een efficiënte productie van bio-aromaten te komen, bijvoorbeeld via chemische katalyse of bioraffinage. Eind 2018 moet duidelijk zijn welke business cases de meeste kans van slagen hebben.

Aromaten zijn voor de chemie zeer belangrijk. Deze nemen maar liefst 40 procent van het volume in dat deze sector verwerkt tot halffabrikaten voor de maakindustrie. Tegenwoordig is de productie doorgaans gebaseerd op aardolie.