Lees verder
De energiedoelstellingen van EU 2020 leveren enorme kansen op voor de productie van geavanceerde biobrandstoffen. In 2020 moeten deze brandstoffen minimaal 2,5 procent uitmaken van het totale brandstofverbruik in de EU. Tebodin onderzocht de perspectieven voor de best beschikbare technologieën.
Casper Bosch

OESO schat de wereldwijde vraag naar geavanceerde biobrandstoffen in 2020 op 150 miljard liter per jaar. Tot voor kort bestond nog helemaal geen volwassen productiemethode voor deze tweedegeneratie biobrandstoffen. De productie is feitelijk net begonnen, en de output is nog verwaarloosbaar ten opzichte van de eerste generatie.

Als partner in de ontwikkeling van energieprojecten bestudeerde Tebodin de beschikbare technologieën om te bepalen welke een belangrijke rol gaan spelen in de productie van geavanceerde biobrandstoffen in de EU. Er zijn twee verschillende routes om biomassa om te zetten in hoogwaardige brandstof: de biochemische en de thermochemische. De biochemische route verwerkt biomassa tot suikers die door micro-organismen worden gefermenteerd tot ethanol. De thermochemische route zet biomassa via thermisch kraken om in syngas, dat kan worden gesynthetiseerd tot een scala van koolwaterstofproducten.

Vergeleken met het thermochemische proces is de biochemische route commercieel interessant op kleinere schaal. Het is echter een langzaam proces dat alleen ethanol oplevert en geen lignine (tot 35 procent van de biomassa) kan omzetten. Het ultieme procesontwerp is een combinatie van wervelbedvergassing en Fischer-Tropsch (FT) synthese. Tussen deze twee processtappen wordt het syngas gereinigd met venturiwassers, aminegasbehandeling en LO-CAT ontzwaveling.

Het totaalontwerp is gekozen vanwege de flexibiliteit in grondstoffen en eindproducten die belangrijk is in de dynamische markt voor biobrandstoffen, en vanwege de technologische volwassenheid. Vergassingstechnologie wordt gebruikt in kolengestookte elektriciteitscentrales, en kan afval uit landbouw, bosbouw en groenbeheer omzetten. FT-synthese wordt gebruikt door Sasol, Shell, Qatar Petroleum en Petronas om vloeibare brandstoffen uit aardgas te produceren, waaronder benzine, diesel en kerosine.

Nadere analyse leidde tot de conclusie dat een economisch gezonde fabriek zonder subsidies minimaal 1,5 miljoen ton restmateriaal per jaar zou moeten omzetten in 220 miljoen liter biobrandstof. De te verwachten EU-subsidies kunnen de vereiste omvang sterk reduceren. De bouw van de eerste fabriek met vergelijkbare technologie wordt in 2015 afgerond in Zweden.