Lees verder
Nog niet zo lang geleden waren alleen waterstofexperts overtuigd van het potentieel om de energiesector in Europa koolstofvrij te maken. Als je naar de waterstofhype van vandaag kijkt, vraag je je af wat er is veranderd. Gisteren was het een nichesector en morgen wordt het verondersteld de norm te zijn.
Marco Rupp

De waterstofsceptici van toen waren tegen waterstof vanwege de hoge kosten en twijfels over het potentieel om “groene” waterstof op te schalen naar commerciële niveaus. Er was ook geen politiek mandaat voor waterstof.

Voor de biobased industrie is het verhaal vergelijkbaar met dat van waterstof een paar jaar geleden. Vergeleken met de fossiele industrie bevinden veel alternatieven zich in een vroeg stadium en kunnen ze qua kosten en schaal nog niet concurreren. Fossiele brandstoffen, met hun decennialange voorsprong, enorme schaalvoordelen en alomtegenwoordigheid, zijn voorlopig de goedkopere optie.

Toch biedt de bio-industrie, net als waterstof, Europa een kans die met beide handen moet worden aangegrepen. De biobased industrieën zijn een drijvende kracht om Europa veerkrachtiger te maken en over te stappen op een groener industrieel ecosysteem.

Europa investeert al zwaar in de bio-economie. Als het gaat om schaalvergroting en kostenverlaging, beginnen we niet bij nul. Vanuit het perspectief van onderzoek en innovatie is er de toezegging van 2 miljard euro van de publieke en private sector die wordt vertegenwoordigd door het publiek-private partnerschap van de Europese Commissie met BIC, de Circular Bio-based Joint Undertaking. De Europese bio-economiesector telt ongeveer 19 miljoen werknemers en heeft een omzet van meer dan 3 miljard euro. Biomassa in al zijn variëteiten is een hulpbron die we in Europa in overvloed hebben en die we op een duurzame manier moeten gebruiken. Dit betekent minder afhankelijkheid van import en kortere aanvoerketens.

Maar terwijl waterstof wordt gezien als een manier om koolstofvrij te worden, kijken we bij BIC hoe we de materiaal- en chemiesector in Europa kunnen defossiliseren. Het is eenvoudige chemie: je hebt altijd koolstofmoleculen nodig als je materialen produceert, of het nu gaat om de verpakking van het voedsel dat je in de supermarkt koopt, de isolatie van je huis of de onderdelen in je auto. Wat we in Europa echt moeten doen, is het gebruik van nieuwe of “maagdelijke” fossiele koolstof vermijden. En daarvoor hebben we in de chemie- en materialensector tegen 2050 heel wat alternatieven voor fossiele koolstof nodig. Dit is slechts een van de mogelijkheden die de biogebaseerde industrieën bieden – waaronder koolstof uit biomassa en bioafval, die ongeveer 20% van de in 2050 benodigde koolstof kan leveren.

Je kunt de materialensector alleen defossiliseren, maar niet decarboniseren. Laten we dus koolstof gebruiken die hernieuwbaar, circulair en duurzaam is.

Bio is geen hype of modegril. Bio is een deel van de oplossing om Europa klimaatneutraal en veerkrachtig te maken. Maar dit gaat niet vanzelf. Dus hier is mijn oproep voor het volgende politieke mandaat van de EU (2024-2029) – MIS DE KANS NIET. Laten we samen zitten en bespreken hoe het overgangspad naar 2050 eruitziet, en het eens worden over de acties die nodig zijn om de kansen te benutten en de uitdagingen aan te pakken. Hoe kunnen we bijvoorbeeld gebruik maken van direct beschikbare en toekomstige biogebaseerde oplossingen? Met welke beleidsmaatregelen kan Europa profiteren van de circulaire bio-economie? Nu is het tijd voor de biobased sector om van niche naar norm te gaan.