Lees verder
Onlangs maakten de Rijksoverheid en de provincie Groningen 60 miljoen euro vrij om de chemie in de Eemsdelta te stimuleren. In deze sector werken circa 2000 Groningers. Henk Kamp, minister van EZ, vroeg Rein Willems (voormalig president-directeur Shell) om als voorzitter van de werkgroep chemiecluster Eemsdelta een masterplan te maken voor de chemie in deze regio.
Rein Willems

Een aantal weken studeren en plannen maken met chemici en aanverwante wetenschappers was een genoegen en gaf duidelijk aan dat het Chemiecluster Eemsdelta geweldige openingen biedt.

Wij kwamen tot de conclusie dat de kostprijs van energie omlaag kan en dat dit mogelijkheden geeft voor Akzo Nobel om zijn chloorfabriek en een derivaatfabriek uit te breiden. En verder dat er een reeks van investeringen mogelijk zijn zonder verdere overheidssteun ( bijv. Torrgas, ESD restgas, Bio MCN vergister).
Dan zijn er verder investeringen (biomassacentrale (stoom), Chemcon, HarvestaGG en Agilon) mogelijk die vereisen dat de regelgeving, hetzij versoepeld, hetzij juist geïnterpreteerd wordt.

De toekomst van deze lokatie ligt rond twee segmenten in de chemie: enerzijds de bestaande chloorketen die kan – zoals gezegd – worden uitgebreid en anderzijds de biochemieketen met een aantal bedrijven die, gebaseerd op productie van lokale en geïmporteerde biomassa, voor de energieketen  kunnen produceren. Te denken valt hierbij aan de vergister door Bio MCN, het Woodspirit-project en het HarvestaGG-project.

Er zijn een aantal goede studies uitgevoerd naar de toekomst van biobased producten uit Oost Groningen en het Carbohydrates Competence Centre biedt een goede basis om de kennisinfrastructuur verder te versterken en de plannen verder uit te werken. Voorts moet er zo spoedig mogelijk een acquisitiemanager komen, die in nauwe samenwerking met de NFIA in Den Haag, in het buitenland bedrijven moet verleiden naar Oost-Groningen te komen. De triple helix kan en moet ook in de Eemsdelta gaan werken.

De basiscondities voor investeringen in Oost-Groningen zijn ijzersterk: de kennisontwikkeling, het achterland voor grondstoffen en de logistieke positie zijn erg sterk. Het inzetten op het aanleggen van een kabel vanuit Duitsland is zeer twijfelachtig. De Eneco-biomassafabriek kan met aanpassing van de SDE+-regeling goedkopere stoom maken en dat is voldoende. Verder is het verstandig om een verzelfstandigde utiliteiteneenheid op te zetten die de hele locatie bedient.

Het is verder zeer verheugend dat Minister Kamp van EZ en Gedeputeerde van Mastrigt van Groningen zo snel gereageerd hebben met een pakket van steunmaatregelen. Het is nu aan ondernemers en bedrijven om de draad verder op te pakken.