Lees verder
Subsidies voor het opwekken van energie uit biomassa moeten worden heroverwogen, stelt de Commissie Remkes, ook al levert die volgens dezelfde commissie “nauwelijks een bijdrage aan de emissies en deposities van stikstof”.
Redactie / Den Haag

De Commissie bracht vorige week advies uit aan het kabinet over het terugbrengen van de uitstoot van stikstofoxiden in Nederland. Daarbij is naar alle stikstof uitstotende sectoren gekeken, ook naar de industrie en energieproductie, die slechts verantwoordelijk zijn voor 1,6% van de totale NOx-emissies in Nederland.

Kleine centrales problematisch

Remkes stelt dat vooral de kleinere, lokale biomassacentrales in de wijken of steden problematisch kunnen zijn. Daarvan is vaak niet duidelijk of zij aan dezelfde strenge emissie-eisen en controles voldoen als de grote centrales van de energiebedrijven. Bovendien wordt stikstof bij kleinere centrales vaak dichter bij het maaiveld uitgestoten dan bij grotere centrales, waardoor de stikstofoxiden minder worden verspreid en dus sterker geconcentreerd neerdalen in kwetsbare natuurgebieden.

De commissie adviseert dan ook de subsidie op biomassa voor energie nog eens kritisch wordt bekeken. Het kabinet wil met deze subsidies juist de stook van biomassa stimuleren, om de CO2-doelstellingen te halen.

Een woordvoerder van RWE zegt in het FD het advies van de commissie “opmerkelijk” te vinden. Stoppen met de subsidies op biomassa zou er namelijk toe leiden dat de grote energiecentrales weer terugschakelen naar het veel goedkopere steenkool als brandstof. Voor de uitstoot van stikstof maakt dat geen enkel verschil, terwijl de CO2-uitstoot daardoor wel flink stijgt. De klimaatdoelstellingen zijn op deze manier onhaalbaar.