Lees verder
De RES-Regio's die zich buigen over de regionale invulling van de energietransitie zouden nu al verder moeten kijken dan de doelstellingen voor 2030. Die oproep deed het Nationaal Programma Regionale Energiestrategieën (NPRES) bij de presentatie van het nieuwe tussenrapport op donderdag 6 juli.
Redactie / Den Haag

Het is cruciaal dat regio’s zich nu al voorbereiden op verdere groei. De 30 regio’s liggen gezamenlijk op koers om ten minste 35 TWh aan energie op te wekken in 2030 dankzij al gerealiseerde projecten en projecten in de vergunningsfase. De ambitie van de regio’s samen is 55 TWh in 2030. Wel identificeert de NPRES een aantal knelpunten in de uitvoering, zoals netcongestie, beschermde vogels, het uitblijven van landelijke milieunormen voor windparken, de stikstofproblematiek en maatschappelijke zorgen over wind- en zonne-energie op land.

“Het is écht noodzakelijk om als regio concrete zoekgebieden en beoogde locaties te hebben voor wind- en zonne-energie”, zegt Olof van der Gaag, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Duurzame Energie (NVDE) .”Zorg als provincies, gemeenten en waterschappen voor continuïteit, zodat nieuwe wind- en zonne-energieprojecten voortvarend opgestart kunnen worden en zet alles op alles om deze projecten in combinatie met een goed participatieproces door de ruimtelijke procedure heen te loodsen.”

De rijksoverheid geeft aan dat de elektriciteitsproductie fors moet groeien en in de toekomst vooral bestaat uit wind (op zee en op land), zon-pv en kernenergie. Dat is nodig om in 2035 een CO2-neutraal elektriciteitssysteem te realiseren. Dit is bovendien nodig omdat de elektriciteitsvraag enorm zal toenemen. NVDE steunt de oproep van NPRES aan de regio’s om hier alvast het gesprek over te voeren.

Beeld: Simon Dodit/Shutterstock