De Rusthoeve heeft een Biobased Innovations Garden van 1 hectare, waar meer dan 50 plantensoorten groeien die een goede kans maken om in food of non-food te worden verwerkt. Bijvoorbeeld oliën met langeketenverbindingen – C18 en C22, die mensen niet zelf in het lichaam kunnen aanmaken, maar wel nodig hebben om gezond te blijven.
Van Oers: ‘Op de Rusthoeve kijken we of de teelt economisch haalbaar is. Het gewas moet robuust zijn en de yield moet voldoende zijn om een industriële markt te kunnen bedienen. Wat nog wel eens wordt vergeten, is dat boeren eraan moeten kunnen verdienen. (…) De cruciale fase moet dan nog komen: de extractie en verdere opzuivering van de oliën. Deze zijn vaak sterk onverzadigd, waardoor zij sneller oxideren.’ Dat maakt ze ongeschikt voor menselijke consumptie.
In het onderzoeksproject wordt samengewerkt met meerdere bedrijven die actief zijn in de oleochemie en dicht op de markt opereren, zoals Unilever. Ook leveranciers als Vandemoortele en enkele toeleveranciers voor de verf- en coatingsindustrie zijn betrokken.