Lees verder
Het sluiten van nog eens drie extra kolencentrales leidt ertoe dat een aandeel hernieuwbare productie uit biomassa verloren gaat. Dit is 'onwenselijk' als het gaat om de doelen in het Energieakkoord (aandeel hernieuwbaar van 16% in 2023) en de Europese verplichtingen (aandeel hernieuwbaar van 14% in 2020). Deze doelen zouden dan op een andere manier gehaald moeten worden.
Redactie / Den Haag

Dat stelt Eric Wiebes, minister van Economische Zaken, in een kamerbrief van 12 juni, waarin hij reageert op het rapport ‘Effecten van sluiting 3 extra kolencentrales’. CE Delft bracht dit rapport in mei uit in opdracht van Natuur & Milieu, Greenpeace en het Longfonds.

Wiebes stelt dat de kosten van het sluiten van de extra centrales fors kunnen oplopen. CE Delft houdt al rekening met € 2 miljard aan kostenderving voor de betrokken energiebedrijven. Volgens de minister moet ook rekening worden gehouden met bijvoorbeeld extra kosten voor het afvloeien van personeel, recente investeringen die zijn gedaan in het kader van bij- en meestook van biomassa, boetes voor het vervroegd afbreken van langetermijncontracten, etc.

Bovendien zou het sluiten van drie centrales niet noodzakelijk tot een grote CO2-besparing leiden, omdat ‘een zeer substantieel deel van de nationale CO2-reductie’ teniet wordt gedaan als een deel van de Nederlandse productie ‘weglekt’ naar vervuilende centrales in het buitenland. Omschakelen naar gascentrales, zoals CE Delft voorstelt, is niet zo eenvoudig op korte termijn. Het kan goed twee jaar duren voor een nu stilstaande gascentrale weer volledig operationeel is.