Lees verder
Als restaurateur van monumentale panden kwam Ron van Zaltbommel vaak bij de mensen thuis. En kreeg regelmatig de vraag of hij ook hun tuinhuisje even in de olie wilde zetten.
Redactie / Wissenkerke
Ron van Zaltbommel
Ron van Zaltbommel

“Dan kwam ze aanzetten met houtolie uit de eerste de beste bouwmarkt waarvan ik dacht: ‘Kanonne, wat heb je nou toch gekocht?’ Een blik met een klein scheutje olie en tot 90 procent oplosmiddelen. En iedereen roept: ‘Dat is goed spul, je ziet het gewoon in het hout trekken.’ Maar je ziet er helemaal niks intrekken, je ziet het verdampen. Dat is iets heel anders.”

Ron dook in zijn historische boeken en diepte een recept voor lijnzaadolie op uit 1700, dat hij in een pannetje in zijn eigen keuken kookte. “We zijn de kennis van vroeger een beetje verloren”, zegt hij. “Op een gegeven moment dachten we: hoe chemischer hoe beter, maar dat is helemaal niet zo.”

Het oude recept bleek een groot succes. Een paar weken na het incident ging de telefoon. Het was de buurman, die vroeg: ‘Heb je ook zo’n pannetje voor mij?’

Waslijst

Een paar buurmannen later waren het pannetje en de keuken te klein en moest er een grotere ketel komen, van 1.000 liter. Gevolgd door een exemplaar van 2.000 liter. Ron publiceerde een enquête in zijn nieuwsbrief, die inmiddels een fors bereik had onder zo’n 5.000 houtbewerkers, van molenmakers tot vioolbouwers. Daarin vroeg hij zijn abonnees naar de eigenschappen die ze van houtolie verwachtten. Het leverde een waslijst met eisen op. Samen met een gelijkgestemde ziel uit Duitsland begon Ron recepten te ontwikkelen om eraan te kunnen voldoen: olie met uitsluitend natuurlijke ingrediënten, zonder oplosmiddelen.

De lijnzaadolie is inmiddels vervangen door olie uit Chinese tungnoten. “Die staat bekend als de koningin onder de oliën, het allermooiste wat de natuur voor ons maakt. “Tungolie vergeelt niet en wordt ook niet zwart, maar bouwt een patina op. Het is daarnaast uitstekend weer- en waterbestendig en dat betekent: minder onderhoud.”

Puur natuur

Inmiddels zijn er plannen voor een nóg grotere kookketel. Ron heeft het restauratiewerk achter zich gelaten en produceert alleen nog maar olie, in 10 varianten, maar allemaal puur natuur. In Nederland komen ze op de markt onder de eigen merknaam deCokerije. “Een van de nieuwe ontwikkelingen waarmee we ons nu bezighouden, zijn producten zonder siccatieven (droogstoffen). Dat is best bijzonder. We ontwikkelen ook recepten op specificatie voor onze klanten en leveren aan andere fabrieken die merken dat de vraag naar natuurlijke middelen groeit. Daarnaast hebben we nog steeds particuliere klanten die hun tuinhuisje of hekje in de olie willen zetten, maar krijgen we ook aanvragen van bijvoorbeeld architecten die hele woonwijken ontwikkelen.”

deCokerije was een van de eerste bedrijven met een vermelding in de Nationale Inkoopdatabase Biobased Producten. Wat verwacht Ron daarvan? “Ik verwacht dat mensen ontdekken dat natuurlijke olie nog bestaat. En dat ze erover gaan nadenken wat daar de voordelen van zijn. In het kort: de prijs is hetzelfde, maar de kwaliteit is veel beter. Je hebt er minder werk aan omdat het langer meegaat. En zonder oplosmiddelen is het een stuk milieuvriendelijker. Het zou fijn zijn als mensen dat weer zouden ontdekken, zonder dat ze zich een slag in de rondte moeten zoeken op internet. Daarom staan wij op biobasedinkopen.nl!”

Foto’s: deCokerije