Lees verder
De Nederlandse huttentut (Camelina Sativa) kan een serieuze concurrent worden van palmpitolie voor de productie van onder meer zeep en shampoo, meldt Wageningen Resource. De promovendus Jarst van Belle veredelde het plantje om de juiste vetzuursamenstelling te verkrijgen.
Redactie / Wageningen

De camelina is een plantje dat lijkt op koolzaad en vroeger werd gebruikt voor lampolie en smeermiddelen. Door middel van CRISPR/Cas9 slaagde Van Belle erin de hoeveelheid middellange vetzuurketens en enkelvoudig onverzadigde vetzuren te laten toenemen. Zij zijn bruikbaar als grondstof in biobased producten als plastics, smeermiddelen en bouwstenen voor biopolymeren. Ook is er biokerosine van te maken.

Marginale grond

Europese producenten importeren deze vetzuren nu uit tropische landen, in de vorm van palmpitten en kokosolie. De winning uit camelina kan daarmee op dit moment nog niet concurreren. Dat kan echter snel veranderen, want het plantje is goed bestand tegen droogte en kan daardoor prima worden geteeld op marginale landbouwgronden in Zuid-Europa. Eiwitten uit de cameline zijn door een kleine aanpassing bovendien te verwaarden tot veevoer.

Het onderzoek van Van Belle valt onder het Europese onderzoeksproject Cosmos, dat door Wageningen Food & Biobased Research wordt gecoördineerd. Zolang CRISPR/Cas technieken echter onder het strenge gmo-toelatingsregime van de EU valt, is het echter waarschijnlijk dat de teelt ervan als eerste buiten Europa plaatsvindt.

Beeld: Shutterstock