Lees verder
Natuur & Milieu pleit voor het afschaffen van de SDE++ subsidie voor bioenergie. Volgens de vereniging is er in Nederland te weinig biomassa om aan de klimaatdoelstellingen te voldoen. Meerdere deskundigen spreken deze opvatting tegen.
Redactie / Den Haag

Natuur & Milieu stelt dat er in Nederland jaarlijks ongeveer 200 petajoule aan biomassa duurzaam beschikbaar is, terwijl in de plannen om te voldoen aan het Klimaatakkoord wordt gerekend op 340 tot 570 PJ extra in 2030. ‘Daarmee wordt het totale aanbod minstens 2 tot bijna 4 keer overvraagd en worden de plannen van het Klimaatakkoord volstrekt onhaalbaar’, schrijft de organisatie in een persbericht. Marjolein Demmers, directeur van Natuur & Milieu, deed dergelijke uitspraken ook al tijdens het Circulair Congres in Geertruidenberg, in maart 2018.

Slimmer landgebruik

André Faaij, hoogleraar duurzame energiesystemen aan de Rijksuniversiteit Groningen, denkt er anders over. Door slimmer landgebruik kan de voedselproductie hetzelfde blijven en zal er toch meer biomassa worden geproduceerd: ‘Er is veel biomassa waar we nog geen gebruik van maken. We kunnen gft-afval beter inzamelen en bijvoorbeeld onbenut bermgras gaan gebruiken.’ Ook braakliggende landbouwgrond kan bijvoorbeeld gebruikt worden voor het telen van gras, dat in een bioraffinaderij meervoudig kan worden gebruikt, voor inhoudsstoffen en energie.

‘Biomassa is meer dan alleen hout, waar op dit moment de nadruk in de discussies op ligt’, stelde ook Taco Douma, directeur RWE Generation in een interview met Agro&Chemie: ‘Er zijn gigantisch veel hernieuwbare biomassa-stromen. Kijk alleen al naar reststoffen uit de landbouw, waar geen nuttige toepassing voor is en die niet nodig zijn om de bodem vruchtbaar te houden. Dat is meer dan voldoende om de transitie naar biomassa als grondstof voor materialen en bio-energie mogelijk te maken.’

Meer opbrengst, minder milieudruk

Nederland is bovendien geen gesloten systeem, zoals Natuur & Milieu veronderstelt. De markt voor biomassa is globaal. Het onafhankelijke Duitse Nova-Institute rekende eerder dit jaar diverse wereldwijde scenario’s uit. Daaruit blijkt dat er geen tekorten zijn te verwachten, zelfs als de vraag naar biomassa tegen 2050 zeer sterk stijgt. Nieuwe technologie en systeemoptimalisaties kunnen zorgen voor een veel hogere opbrengst en minder druk op het milieu en de biodiversiteit.

Daarbij valt niet alleen te denken aan ambitieuze projecten, zoals de vergroening van woestijnen, maar ook aan de introductie van zout- en hittebestendige gewassen waar nu al volop onderzoek naar wordt gedaan, aan grootschalige algenteelt op zee, bemesting op maat, verbeterde gewasbescherming en irrigatie door precisielandbouw, geoptimaliseerde vruchtwisseling en combinaties van gewassen.

Het International Renewable Energy Agency (IRENA), het intergouvernementele onderzoeksinstituut in Duitsland tot slot, stelt op basis van statistische cijfers vast dat biomassa een belangrijke hernieuwbare energiebron zal blijven, ook na 2030.