Lees verder
De kledingindustrie veroorzaakt wereldwijd 8% van alle CO2-uitstoot: méér dan de totale luchtvaart en scheepvaart samen. Bovendien belanden miljoenen plastic microdeeltjes uit synthetische kleding in de wateren en oceanen.
Redactie / Vlissingen

De verwachte verviervoudiging van de productie tot 2050 zal leiden tot een milieuramp, als er niks verandert. Bij het lectoraat Marine Biobased Specialties van het Centre of Expertise Biobased Economy wordt er naar alternatieven gezocht. Zo werkt HZ-studente Yoni Mol aan biogranulaat uit visschubben als ingrediënt voor het maken van duurzame textielvezels. In de aquacultuur worden visschubben gezien als een afvalproduct. In de kledingsindustrie kunnen ze een duurzame grondstof vormen. Net als schelpen en de huid van garnalen.

Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van het Interreg Vlaanderen-Nederland project Puur Natuur 100% biobased. Daarbij waren ook een mkb-er met kennis van de verwerking van vis, de afdeling engineering van HZ, het Biopolymeer Applicatie Centrum (BAC) en het Kleuren Applicatie Centrum (KLAC) betrokken.

Yoni Mol gaat het biogranulaat samen met lector Dorien Derksen verder ontwikkelen tot een marktwaardig alternatief voor plastic toevoegingen in kleding accessoires.

Lees meer over het onderzoek naar mode uit visschubben in het online magazine van CoE BBE, Biobased Update. Over het onderzoek naar de verwoestende impact van de kledingindustrie op klimaat en milieu verscheen onlangs een artikel in NRC Handelsblad.

Beeld: Jao Cuyos/Shutterstock