Lees verder
‘Een CO2-heffing die voor de hele maatschappij geldt, inclusief de landbouw, is de enige optie om de Nederlandse chemische industrie werkelijk te kunnen vernieuwen.’ Dat zegt Johan Sanders, emeritus professor van Wageningen University & Research. ‘Het bonus-malussysteem voor CO2 waarvoor de industrietafel pleit, werkt niet.’
Redactie / Wageningen

Het maakt veel uit of CO2-uitstoot in Nederland wordt belast met een heffing op huidige uitstoot of een boete achteraf voor specifieke bedrijven die er niet in geslaagd zijn mee te komen op gemaakte afspraken, legt Sanders uit. Met een bonus-malus systeem kijken separate bedrijven alleen naar de verbetering van hun eigen technologie; het stimuleert geen radicale vernieuwing. Het is zelfs mogelijk dat een bedrijf 10 jaar lang achterover leunt en als het tijd is om te betalen, dit door eindeloze procedures traineert of naar het buitenland vertrekt. Een CO2-heffing levert van het begin af aan geld op, dat in onderzoeks- en innovatiefondsen kan worden gestopt waarbij de overheid samenwerking binnen en tussen sectoren stimuleert.

Zachte heelmeesters

‘Een bonus-malussysteem is dus een kwestie van “zachte heelmeesters, stinkende wonden.” Daarom ben ik overtuigd voorstander van CO2-beprijzing’, zegt Sanders. ‘Zelfs als die heffing alleen in Nederland wordt ingevoerd. Een systeemverandering zoals die waar we nu in zitten, lukt alleen als je over de volle breedte van de maatschappij samenwerkt. En als iedereen die CO2 produceert een heffing krijgt opgelegd, dus ook in de landbouw. Ook al hoeft die in het begin zeker niet drastisch hoog te zijn. Er moet wel op korte termijn een begin gemaakt worden binnen een duidelijk lange termijn beleid. Dit leidt tot een kennis voorsprong waarmee we de industrie in Nederland houden en dit leidt eerder tot uitbreiding van de werkgelegenheid dan inkrimping.”

De overheid moet de geïnde CO2-heffing volgens Sanders wel voor 100% terugsluizen naar het bedrijfsleven. Niet via allerlei compensatiemaatregelen, maar door onderzoeksfondsen op te zetten waar bedrijven de kans krijgen om met elkaar duurzame technologie te ontwikkelen. ‘We steken het geld in technologie die de moeite waard is. Bedrijven moeten daarin natuurlijk ook zelf meedoen, om te laten zien dat ze gecommitteerd zijn. In dat geval kun je uit die CO2-beprijzing ook mee-investeren in proef-installaties en later fabrieken die gebaseerd zijn op deze nieuwe duurzame technologie. Bedrijven die hun productie verplaatsen naar het buitenland, kunnen daar natuurlijk geen aanspraak op maken.’

Landbouw doet mee

Een level playing field over de volle breedte van de maatschappij betekent dat ook de landbouw CO2-heffing moet gaan betalen en dat maakt voedsel duurder. ‘Dat lijkt misschien moeilijk te slikken, maar de effecten vallen best wel mee als we het geleidelijk doen. We betalen in Nederland slechts een bescheiden deel (12,5%) van ons inkomen aan voedsel. In ons omringende landen is dit ruim 15% meer. Als wij dat als Nederland aandurven, heb ik de stille hoop dat landen om ons heen daar uiteindelijk ook voor kiezen. Bij een CO2 heffing van 25 €/ton, zou de melk nog geen 3 cent per liter duurder worden. De inkomsten en de werkgelegenheid in de landbouwsector zullen stijgen, omdat er meer producten voor andere sectoren dan voeding worden voortgebracht.

Volgens Sanders is zo’n heffing voor de agrarische sector ook op zijn plaats, omdat de landbouw nog veel reële mogelijkheden heeft om emissies fors terug te dringen. ‘Ons kabinet heeft aan de landbouwtafel de weinig ambitieuze opdracht gegeven om 3,5 miljoen ton CO2 te besparen in 2030, maar ik denk dat bijna het tienvoudige daarvan haalbaar is, in samenwerking met de chemische sector en de energiesector. Zo kunnen we 20 tot 30 miljoen ton CO2 besparen, bijvoorbeeld door biomassa als het ware uit elkaar te trekken (bioraffinage), de delen die nuttig zijn voor dieren in het veevoer te houden en delen die dat niet zijn te gebruiken voor chemie en de energieproductie. Dan hoef je ook geen scheepsladingen hout meer in te voeren om in kolencentrales te verstoken. Met grondstoffen die er al zijn in Nederland, kun je een heleboel elektriciteit en chemicaliën maken.’

Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en het Centraal Planbureau (CPB) presenteren op woensdag 13 maart 2019 hun analyses van het ontwerp-Klimaatakkoord aan de pers. In het meinummer van Agro&Chemie verschijnt een interview met Johan Sanders.