Lees verder
De productie van elektriciteit uit biomassa neemt van alle energiebronnen veruit de meeste ruimte in beslag. Aardgas de minste. Het verschil is ruim een factor 1.000. Dat zet een rem op het gebruik van biomassa voor energie, aangezien ruimte steeds schaarser wordt en hard nodig is voor wonen en de productie van voeding.
Redactie / Leiden

Dat blijkt uit onderzoek van milieu-onderzoeker Paul Behrens en masterstudent John van Zalk van de Universiteit Leiden. Zij onderzochten de vermogensdichtheid van diverse energiebronnen door het gemiddelde elektrische vermogen te vergelijken dat wordt geproduceerd op één horizontale vierkante meter. De gegevens zijn afkomstig uit internationale literatuur over dit onderwerp.

Van alle energiebronnen heeft biomassa de laagste vermogensdichtheid (0,8 W/m2) en aardgas de hoogste (1000 W/m2). Ook wind- en waterkracht nemen veel meer ruimte in dan fossiele energiebronnen. Zo heeft de productie uit zonne- en windenergie 40 tot 50 keer meer ruimte nodig dan steenkool en 90 tot 100 keer meer dan gas.

Doorgaan met fossiele energie is echter zo vervuilend, dat dit geen optie meer is, stellen de onderzoekers. De ruimte die hernieuwbare energie in beslag neemt, kan namelijk vaak meervoudig worden gebruikt. Denk aan windturbines die op een akker of op zee staan, of zonnepanelen op de daken van bestaande gebouwen. Toekomstige technologieën, zoals algenparken, bieden wel een mogelijkheid om landconcurrentie te voorkomen.