Lees verder
Grootschalige toepassing van bio-energie met CO2-afvang en -opslag (BECCS) kan over een periode van 30 jaar beperkt bijdragen aan de klimaatdoelen van de Overeenkomst van Parijs. Dat blijkt uit een nieuw onderzoek van onderzoekers van de Radboud Universiteit, de Universiteit Utrecht en het Nederlands Planbureau voor de Leefomgeving (PBL).
Redactie / Nijmegen

Bij evaluatie van BECCS over de volledige 21e eeuw is het totale potentieel theoretisch net zo groot als de huidige CO2-emissie. Dit zou echter leiden tot een enorm landbeslag, zo blijkt uit het onderzoek, dat op 24 augustus is gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Nature Climate Change.

Computermodel

Tijdens de groei van biomassa wordt CO2 vastgelegd. Door na verbranding de uitgestoten CO2 af te vangen en op te slaan, verwijdert BECCS theoretisch netto CO2 uit de atmosfeer. Hoe effectief dit werkelijk is, hangt echter af van meerdere factoren, zoals de extra CO2-emissie die ontstaat bij de verwerking, het transport en de productie van biomassa, de periode waarover de impact wordt gemeten en het soort geproduceerde energie. De onderzoekers gebruikten een uniek computermodel dat met dergelijke factoren rekening houdt.

Steef Hanssen, hoofdauteur van het onderzoek: “Bij evaluatie over de komende dertig jaar is het wereldwijde potentieel van BECCS beperkt tot 28 EJ (exajoule) per jaar voor elektriciteit met negatieve emissie, waarmee per jaar 2,5 Gton CO2 wordt vastgelegd.” Tenminste, als daarvoor alleen biomassa van plantages mag worden gebruikt. Mogen ook bestaande bossen worden opgestookt óf worden gebruikt voor papier en biomaterialen, dan neemt het potentieel zelfs toe tot tussen de 5,9 en 11 Gton CO2 per jaar.

Ook andere opties

Volledig wereldwijde implementatie van BECCS voor het behalen van de klimaatdoelen kan wel zo’n 5 tot 16 procent van het totale landoppervlak op aarde in beslag nemen. “De unieke bijdrage om CO2 uit de atmosfeer te verwijderen gaat gepaard met een groot beslag op de ruimte”, zegt Detlef van Vuuren (Universiteit Utrecht en PBL). “Dit zou goed tegen elkaar moeten worden afgewogen. Beleidsmakers moeten daarom ook goed kijken naar andere opties voor verlaging van de emissies, zoals veranderingen in levensstijl en meer gebruikmaken van andere bronnen van hernieuwbare energie.”

Beeld: Ekaterina Kondratova/Shutterstock