De oorlog in Oekraïne vestigt de aandacht van de Europese leiders op manieren om een stevige economische basis op te bouwen, de strategische afhankelijkheid te verminderen en de aanvoer van kritieke grondstoffen te versterken. Volgens Rupp mag de bioeconomie daarbij niet over het hoofd worden gezien.
In de bioeconomie werken 18,4 miljoen mensen en wordt een omzet behaald van € 2,4 miljard per jaar, waarvan ongeveer 25% wordt door biobased industrieën. Zij maken van recyclebare en hernieuwbare grondstoffen uit de EU biobased producten en materialen die zelf ook weer recycleerbaar, herbruikbaar en composteerbaar of biologisch afbreekbaar zijn. Via bioraffinage is het mogelijk om zonder afval en met lage broeikasgasemissies een veelheid aan producten te produceren, zoals diervoeder, levensmiddelen, meststoffen, bio-energie en biobased materialen en chemicaliën. En dat alles zonder dat er fossiele brandstoffen voor nodig zijn.
De biobased industrieën brengen dus circulariteit, duurzaamheid en concurrerende productie naar Europa. De regelgeving moet het dan wel mogelijk maken om innovatieve producten vlot op de markt te brengen. Het moet ook gemakkelijker worden om financiële synergieën tot stand te brengen, bijvoorbeeld door publieke en private financieringsinstrumenten te combineren. ‘Waar wachten we op?’ vraag Rupp zich af.
Lees de volledige blog getiteld ‘Een recept voor meer veerkracht en robuustheid in de Europese economie: de bio-economie heeft alle ingrediënten’ op Agro&Chemie.
Beeld: ixpert/Shutterstock
