De technische kant van de transitie is in dit model oplosbaar, echter, de sociaaleconomische kant van een waardevol businessmodel is minstens zo belangrijk. Welke klant willen we eigenlijk bereiken met die plastics en wil die er ook voor betalen? Wat is de meerwaarde van de propositie? Welke partijen kunnen samenwerken en hoe committeren we die?
Allemaal vragen die een eureka lab-moment kan doen verbleken wanneer het niet onderzocht wordt. Twijfels over geld verdienen en onzekerheden over beschikbaarheid van grondstoffen kunnen kansrijke innovaties aardig frustreren, vertragen en dwarszitten. Die knelpunten brengen we bij Inholland in Delft in kaart. In mijn onderzoeksdomein, dat wordt ondersteund door o.a. CBBE, Bio Base Westland, Greenport Venlo als ook de innovatiefondsen van Rabobank Westland en Zuid-Holland Midden, kijken we naar de cross-sectorale samenwerkingen in deze ontwikkelingen, denk aan composietgebruik in straatmeubilair en brommers, verpakkingen van en voor tomaten, telen op inhoudsstoffen, et cetera.
De technische hoogstandjes moeten daadwerkelijk het lab ontstijgen en de markt op. Soms met een pakkend verhaal en soms met stevig marktonderzoek. Pas dan zijn we als klein landje echt slim bezig met kansen verzilveren.
