Sinds 2017 werken Europese bedrijven, universiteiten en overheidsorganisaties samen in de European Battery Alliance, die zich ten doel heeft gesteld om in 2035 90 procent van de vraag aan batterijen in Europa te produceren. De productie van batterijen is in de jaren daarna uitgegroeid van bijna niets tot een bloeiende sector, waarin alleen al tot 2022 voor 180 miljard euro in is geïnvesteerd. Hier bevinden zich na de VS de meeste startups op het gebied van batterijen. De EU stimuleert deze ontwikkeling door het subsidiëren van onderzoek. Tussen 2016 en 2020 ging er 440 miljoen euro naar onderzoek en ontwikkeling van batterijen en tot 2027 is nog eens 990 miljoen vrijgemaakt.
Om het tekort aan grondstoffen in Europa aan te pakken, heeft de Europese Commissie in maart dit jaar nieuwe wetgeving voorgesteld: de kritische grondstoffenwet. Met deze wet, waarover de EU-landen en het Europees Parlement hopelijk voor de verkiezingen van 2024 een akkoord bereiken, kan de EU makkelijker allianties aangaan met leveranciers van grondstoffen in derde landen. Daarnaast kan de productie van batterijen in de EU ook gestimuleerd worden met financiering en snellere vergunningsprocedures.
Maar misschien nog wel belangrijker in de wet is de doelstelling om 15 procent van het grondstoffenverbruik in de EU afkomstig te laten zijn van hergebruik en recycling. Immers, hoe minder er geproduceerd of geïmporteerd wordt, hoe duurzamer. De onlangs aangenomen ‘batterijenwet’ stelt scherpe eisen aan de productie van batterijen zodat ze langer meegaan, duurzamer zijn, en beter geschikt zijn voor hergebruik. Met deze wet, die de eerste in zijn soort is in de wereld, kunnen Europese producenten straks een voortrekkersrol spelen op de mondiale markt.
Beeld: Rijksoverheid