Lees verder
De zuidelijke provincies van Nederland worden hard getroffen door de Brexit. Dat komt door de regionale concentratie aan agrarische en chemische bedrijven. Vooral Limburg en Zeeland worden onevenredig zwaar geraakt.
Redactie / Geleen

Dit staat in het rapport ‘De directe kosten van Brexit voor Nederlandse exportbedrijven’ dat donderdag is gepubliceerd door de Brexit-specialisten van Oliver Wyman, in samenwerking met Clifford Chance. De Brexit gaan Nederlandse bedrijven in landbouw en chemie ruim € 2 miljard per jaar kosten, dat is bijna de helft van de totale kosten van de Brexit voor de Nederlandse economie.

Kwetsbaar

Nieuwe tarieven en douaneformaliteiten na de Brexit veroorzaken voor Nederland als totaal een kostenpost van € 4.5 miljard per jaar. Dat is 0.8% van het huidige Bruto Nationaal Product. Verreweg het grootste deel van deze kosten komt bij de sectoren landbouw en chemie te liggen. Deze zijn sterk internationaal georiënteerd. Landbouw is verantwoordelijk voor 18% van de totale Nederlands export naar het Verenigd Koninkrijk, chemie voor 11%. Daar tussenin staat nog de sector life sciences, met 13% export naar het VK. Ook dit is een speerpuntsector voor Brightlands en de Limburgse economie.

De kosten zijn echter ongelijk verdeeld. Zo is de chemische sector extra kwetsbaar door wederzijdse internationale afhankelijkheden. De chemie kent namelijk lange productieketens, die door heel Europa lopen en voor een belangrijk deel via het Verenigd Koninkrijk. Bedrijven die halffabricaten inkopen in het VK of daar de eindfabricage laten uitvoeren, krijgen hierdoor te maken met extra tarieven en douaneformaliteiten. Vertraging aan de grens bedreigt bovendien de continuïteit van het productieproces.

Meebetalen

De onderzoekers adviseren Nederlandse chemiebedrijven om toeleveranciers op het vasteland zoeken, de export naar andere landen in de EU te verleggen en voorraden aan te leggen aan beide kanten van de Brits-Nederlandse grens, om vertragingen te voorkomen. Ook het opzetten van een douaneadministratie en de klant (mee) laten betalen, kan de kosten verlagen. Dat laatste moet wel economisch haalbaar zijn. Het doorberekenen van kosten aan de klant veroorzaakt in de chemische industrie een prijsstijging van 18%, die een volumedaling van 17% in de exporthandel tot gevolg zal hebben.

In totaal had Nederland in 2016 een handelsoverschot van € 9 mld in de internationale handel met het VK. De import bedroeg € 33 mld, de export € 42 mld. Dit is ongeveer 7% van de totale Nederlandse export.