Lees verder
'In Ierland staat de overheid duidelijk open voor signalen uit de industrie en de wetenschap. Contacten worden snel opgevolgd en de lijntjes zijn kort. In Nederland zou dit beter kunnen, wat ongetwijfeld bij zal dragen aan een zo breed mogelijk gedragen visie op de bio-economie in ons land.'
Lucien Joppen / Ierland

Luuk van der Wielen pendelt sinds het voorjaar op en neer tussen de Ierse stad Limerick en Delft, waar hij is aangesteld als directeur van het Bernal Institute, een ambitieus onderzoeksinstituut dat verbonden is aan de Universiteit van Limerick. In het instituut is reeds zo’n €86 miljoen geïnvesteerd en zal op termijn onderdak bieden aan meer dan 500 onderzoekers. Het Bernal Institute richt zich op onderzoek naar geavanceerde (biobased) materialen, productie- en proces-engineering en “fluid dynamics”.

Volgens Van der Wielen heeft Ierland de biobased economy in het vizier, maar het heeft wel een andere insteek. Het land is in hoge mate afhankelijk van de agrofoodsector, de chemie is niet of nauwelijks aanwezig. Vandaar dat de blik meer op biobased materialen, lees biocomposieten, en biobrandstoffen is gericht. ‘Graag zou ik deze focus wat breder zien richting materialen en brandstoffen. Ik vertrouw erop dat onze suggesties mee worden genomen in het overheidsbeleid. Wat me opviel, was dat contacten op hoog niveau snel en gemakkelijk worden gelegd.’

Zwemmen

Van der Wielen heeft de indruk dat de urgentie in Ierland groter is om voor te sorteren op de economie van de toekomst. ‘Vergeet in dit licht niet dat Ierland verhoudingsgewijs veel zwaarder is getroffen door de economische crisis van 2008.’  In Nederland lijkt het alsof we nog te veel ‘zwemmen’, aldus Van der Wielen. ‘Bijvoorbeeld vanuit het ministerie mis ik een duidelijke gezamenlijke koers. Met het opnemen van de Directie BBE in het ministerie EZ lijkt het momentum en ook een deel van de opgebouwde kennis en ervaring verdwenen. (…) Ik begrijp dat de Federatie Bio-economie, met Roel Bol en Dorette Corbey, de krachten probeert te bundelen. Wellicht dat deze exercitie uiteindelijk zal leiden tot een breed gedragen overheidsvisie op de bio-economie.’

Lees verder in het volledige interview.