Grote winnaars van de verkoop van AkzoNobel’s chemietak zijn de aandeelhouders. Zij hebben zo’n € 7 miljard van de overnameprijs van € 10,1 miljard te verdelen. Voor medewerkers en samenwerkingspartners zijn de gevolgen van de overname minder duidelijk. Het bedrijf staat momenteel bekend als zeer actieve partner in allerlei samenwerkingsverbanden met universiteiten, bedrijven en overheden in Nederland. Bijvoorbeeld:
- Met Royal Cosun/SuikerUnie: het winnen van chemicaliën uit de cellulose van suikerbieten;
- Met Air Liquide, Enerkem en het Havenbedrijf Rotterdam: de voorgenomen bouw van een € 200 mln kostende Waste2Chemicals fabriek in Rotterdam;
- Met Chemport Europe, Avantium, RWE, Renewi en Staatsbosbeheer: het opzetten van een bioraffinaderij in Delfzijl;
- Met Itaconix uit het Verenigd Koninkrijk: de productie van biopolymeren uit itaconic zuur;
- Met Photanol uit Amsterdam: het ontwikkelen van een 4e generatie biobased proces voor de productie van azijnzuur;
- Met de gemeente Deventer en de provincie Overijssel: het openen van S/park, een ‘broedplaats voor open innovatie in chemie en technologie’ (niet specifiek op biobased gebied).
Volgens de woordvoerder van AkzoNobel vormt de verkoop van de tak Specialty Chemicals echter geen belemmering voor de reeds in gang gezette samenwerking. De officiële reactie luidt: ‘Carlyle is vastberaden Specialty Chemicals te laten groeien, ondersteunt het managementteam in de realisatie van haar strategie, en zal voortbouwen op haar beleid op het gebied van duurzaamheid’.
Noodklok
Hoogleraar Scheikunde Bert Weckhuysen van de Universiteit Utrecht is er niet helemaal gerust op. Hij luidde op de nieuwszender BNR gisteren de noodklok over het mogelijke wegvallen van een belangrijke samenwerkingspartner voor de universiteiten, overheid en andere bedrijven. Die hebben elkaar nodig hebben in de transitie naar een duurzame samenleving. ‘AkzoNobel Chemicals maakte juist een aantal belangrijke stappen om de chemische processen duurzamer te maken’, aldus Weckhuysen.
Een woordvoerder van Carlyle zelf geeft echter aan dat er geen reden is voor ongerustheid. Hij zegt duurzaamheid vooral te zien als business opportunity: ‘een zakelijke kans voor onze bedrijven.’
