Lees verder
Een CO2-heffing levert geen enkele klimaatwinst op, het belemmert investeren in duurzaamheid en zet duizenden banen op de tocht. Dat schrijven de topmannen van vier grote industriebedrijven in een opiniestuk in NRC Handelsblad.
Redactie / Den Haag

Het gaat om Theo Henrar, directievoorzitter van Tata Steel Nederland, Anton van Beek, area president van Dow Benelux, UK and Nordic, Mark Williams, vice president Europe van Sabic en Paul Hoogeveen, general manager van Air Products Nederland. ‘Deze bedrijven bekostigen zelf miljarden aan investeringen in innovatieve, CO2-reducerende technologie’, stellen zij. ‘Het is dus niet waar dat de industrie alleen maar subsidies opslokt en niets wil bijdragen.’

De bedrijven hebben samen tienduizenden werknemers in dienst en geven jaarlijks miljarden euro’s uit bij grote en kleine toeleveranciers, ook aan onderzoeks- en innovatiecentra aan de Nederlandse universiteiten. De Nederlandse productielocaties zouden bovendien nu al behoren tot de meest efficiënte in Europa. Een CO2-heffing alleen voor de Nederlandse industrie, bovenop de al bestaande CO2-heffing binnen het EU emissiehandelsysteem, zou daarom zo goed als geen CO2-reductie opleveren.

Rode cijfers

Volgens de topmannen is zelfs het tegendeel waar: een CO2-heffing kost zo veel, dat nu al geplande investeringen in duurzaamheid (€ 9 tot 15 miljard) onbetaalbaar worden en tot rode cijfers leiden. Het gevolgd is dat omzet en werkgelegenheid naar het buitenland weglekt. Dat blijkt ook uit onderzoeken van zowel CE-Delft als De Nederlandse Bank (DNB).

Eerder publiceerde een groep economen een pleidooi in NRC vóór een CO2-heffing, maar zelfs zij erkennen dat sommige bedrijfstakken met een CO2-heffing gevaar lopen dat buitenlandse concurrentie hun productie overneemt.

‘Onze buitenlandse moederbedrijven investeren stevig in duurzame technologieontwikkeling, die wij het liefst in Nederland als eerste toegepast zien’, schrijven de topmannen. ‘Een goed Klimaatakkoord kan daarbij helpen. Een CO2-heffing doet echter het tegenovergestelde en zal een toestroom aan verduurzamingsinvesteringen – en daarmee de toekomst van de industrie in Nederland – eerder bedreigen.’