RNA-biopesticiden vormen een bijzonder veelbelovend alternatief voor conventionele, chemisch gesynthetiseerde gewasbeschermingsmiddelen in de tuinbouw. Ze kunnen op de traditionele manier op de gewassen worden gespoten, waarna ze in het spijsverteringsstelsel van insecten terechtkomen. Via een natuurlijk mechanisme van genregulering, de zogeheten RNA-interferentie, worden daar specifieke genen uitgeschakeld. Het resultaat is een zeer nauwkeurig en doeltreffend insecticide dat volledig onschadelijk is voor andere organismen, zoals nuttige insecten, bijen en het milieu. Het genetisch materiaal van de plant of het insect wordt hierbij niet veranderd.
Tot dusver is deze methode in het lab getest. Doel van het vervolgonderszoek dat nu start is de toepasbaarheid van deze nieuwe technologie verder te ontwikkelen in de praktijk. Zo wordt de stabiliteit van het opgespoten RNA tegen milieu-invloeden zoals regen of UV-straling onderzocht en optimaliseert het deze door middel van innovatieve inkapselingstechnologieën.
Het project met de titel ‘RNA-basierte Pflanzenschutztechnologien im Gartenbau’ – ho[RtikulturNA] wordt met in totaal € 700.000 gefinancierd door het Duitse federale ministerie van voedsel en landbouw. Lees meer op de website van de Universiteit van Hohenheim.
Beeld: KarlosWest/Shutterstock
