Lees verder
Andes Lupine is rendabel te telen in Europa. Dat is een van de tussentijdse resultaten van het Europese Horizon 2020-project LIBBIO, waarvan de Hanzehogeschool Groningen wetenschappelijk coördinator is. In het project werken 14 partners uit 8 landen samen aan de ontwikkeling van een duurzame lupineketen.
Redactie / Groningen

De opbrengst aan droge biomassa en lupineboontjes blijkt zeer hoog te zijn. Bovendien groeit het gewas dankzij de lage voedingsbehoeften goed op ‘arme’ landbouwgrond, zoals op vulkanische as, berghellingen of uitgedroogde bodem. Het werkt daarbij als bodemverbeteraar.

De business case van Andes Lupine is vergelijkbaar met die van soja; de boon bevat méér eiwitten (zo’n 40%) en ongeveer net zo veel olie (20%). Dankzij de goede vetzuursamenstelling is de lupine-olie prima geschikt voor voedingstoepassingen zoals margarine en mayonaise, maar ook voor non-foodtoepassingen, zoals verf, farmaceutica en cosmetica.

De boon is bovendien zeer rijk aan eiwitten en alkaloïden, die zijn te gebruiken als functionele voedingsingrediënten en als veevoer, terwijl alkaloïden tegenwoordig volop in de belangstelling staan vanwege de mogelijke toepassing in geneesmiddelen tegen kanker en als natuurlijk biologisch afbreekbare gewasbeschermingsmiddelen.

Om zowel de olie als de alkaloïden oplosmiddelvrij uit de lupine te halen, heeft de Zernike Advanced Processing faciliteit van de Hanzehogeschool Groningen (hbo), Rijksuniversiteit Groningen (wo) en Noorderpoort College (mbo) onlangs een semi-industriële superkritische extractie-unit opgezet, met twee in serie geschakelde reactorvaten van elk 10 liter.