Lees verder
De chemie in Nederland heeft in de coronatijd doorgedraaid op een lager pitje. Het dieptepunt lijkt alweer voorbij, meldt Dagblad Trouw. De productie is bijna weer op het niveau van voor de crisis.
Redactie / Den Haag

De chemische industrie in Nederland kreeg een flinke knauw van corona. Volgens Manon Bloemer, directeur van de Koninklijke VNCI, draaiden fabrieken met een verlaagde bezettingsgraad, soms slechts 60 tot 65%. De levering van kunststoffen en chemicaliën aan de auto-industrie of voor keukens, vloeren, gordijnen en koelkasten, viel bijna volledig stil omdat consumenten de hand op de knip hielden.

Er waren ook nieuwe uitdagingen in coronatijd, zoals de productie van plastic gelaatsschermen, neusstaafjes voor coronatests, chemicaliën voor de waterzuivering, ethanol voor desinfecterende handgels en zuurstof voor medisch gebruik. Maar de totale productie bleef wel achter; in april was die 10% lager ten opzichte van dezelfde maand vorig jaar.

Inmiddels lijkt het dieptepunt voorbij. Uit de cijfers over het aardgasverbruik blijkt dat de 300 grootste chemiebedrijven het niveau naderen van voor de crisis. Volgens Bloemer drukken zij wel hun kosten door minder voorraden aan te houden, een sollicitatiestop en uitstel van investeringen. Het echte herstel moet volgens haar nog komen, vooral vanuit de buitenlandse consument. Van de Nederlandse chemieproductie gaat namelijk 80% naar het buitenland, voornamelijk naar andere Europese landen.

Beeld: Patrick Foto/Shutterstock