Lees verder
Minister Hugo de Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) wil met partijen in de bouwsector afspraken over het optuigen van nieuwe toeleveringsketens voor biobased en circulair bouwen. Deze afspraken moeten worden vastgelegd in een zogeheten Bouwmaterialenakkoord.
Redactie / Den Haag

“Het gebruik van meer biobased- en secundaire materialen, duurzamer beton of andere constructiematerialen zoals duurzamer staal, glas en keramiek, moet leiden tot aanzienlijke vermindering van de milieudruk bij de nieuwbouw- en renovatie van gebouwen”, schreef De Jonge in zijn Kamerbrief van 9 juni over het structureel opschalen van de (ver)bouwcapaciteit.

Stimuleringsmaatregelen

Het Bouwmaterialenakkoord moet volgens de minister langetermijndoelen voor circulair bouwen vastleggen, waar de markt behoefte aan heeft. Hij wil hierover sectorbreed afspraken maken en de opschaling van biobased en circulaire bouwmaterialen bovendien via meerdere sporen aanjagen, zoals:

  • het stimuleren van de productie en toepassing van biobased isolatie- en plaatmateriaal (gemaakt van bijvoorbeeld hennep, vlas en olifantsgras);
  • het vanaf 2024 verhogen van diverse subsidies voor isolatiematerialen met een (zeer) goede milieuprestatie;
  • de inzet van reeds in de voorjaarsnota gereserveerde middelen voor het opzetten van innovatieve productielijnen door de verwerkende industrie, voor de vorming van ketens van boeren, verwerkers en bouwers, en voor het maken van extra biobased productkaarten voor de Nationale Milieudatabase.

Inkoopbeleid

“Het opzetten van de ketens is belangrijk omdat boeren, verwerkers en bouwers alleen gaan investeren in biobased materialen als er zekerheid is over de levering, kwaliteit en prijs op de langere termijn”, aldus de minister. Ook wil het kabinet hergebruik en recyclaat in bouwmaterialen stimuleren via Rijksinkoop. Dit traject loopt tot en met 2023 en geeft een impuls richting de markt via de voorbeeldrol en de inkoopkracht van het Rijk met circulair inkopen en aanbesteden.”

Lees de volledige Kamerbrief op de website van de Rijksoverheid.

Beeld: Francesco Scatena/Shutterstock