Wereldwijde door de mens veroorzaakte emissies van CO2 zouden met ongeveer 45% moeten dalen ten opzichte van het niveau van 2010 in 2030, en ‘netto nul’ bereiken rond 2050. Dit betekent dat eventuele resterende emissies in evenwicht moeten worden gehouden door het afvangen van CO2 uit de lucht.
Opwarming van 1,5°C of hoger zou het risico op langdurige of onomkeerbare veranderingen verhogen, zoals het verlies van bepaalde ecosystemen en biodiversiteit, waardoor het moeilijk wordt om de Sustainable Development Goals (SDG’s) van de Verenigde Naties te behalen.
Diepe emissiereducties
Het IPCC erkent dat de energietransitie die nodig is om de opwarming van de aarde te beperken, al in veel sectoren en regio’s over de hele wereld aan de gang is. ‘Ook elektrificatie, waterstof, biobased grondstoffen en substitutie, en in verschillende gevallen CO2-afvang, -gebruik en -opslag (CCUS), kunnen leiden tot de diepe emissiereducties’, zegt het IPCC.
Dit sluit aan op de focus van het Bio-Based Industry Consortium en het publiek-private partnerschap Bio-based Industries Joint Undertaking (BBI-JU), opgericht door de EU en de biobased industrie in 2014. Duurzame impact is een belangrijk criterium voor BBI-JU-projecten. Een evaluatie van deze projecten, evenals van industriële biotechnologie-activiteiten in Europa, heeft momenteel geleid tot de conclusie dat de bio-economie en biobased industrieën bijdragen aan 11 van de 17 duurzame ontwikkelingsdoelen van de VN. Lees het volledige artikel hierover in Agro&Chemie.
