Lees verder
Het Nederlands/Vlaamse consortium rond "Meer doen met Lignine" heeft € 1,2 miljoen subsidie gekregen om het potentieel van ruwe lignineolie (CLO) als platform voor duurzame chemicaliën en materialen te onderzoeken.
Redactie / Geleen

Op 3 locaties in het zuiden van Nederland wordt bestaande infrastructuur voor biobased chemie ingezet voor dit project: De Brightlands Chemelot Campus Geleen, de Brightlands Campus Greenport Venlo en de Green Chemistry Campus Bergen op Zoom. Hier wordt samengewerkt aan de verdere ontwikkeling van een interregionaal campusecosysteem met de bijbehorende infrastructuur voor de omzetting van biomassa-residuen in ruwe lignineolie (CLO) en van CLO afgeleid polyurethaan en fenol.

Consortium

Het consortium bestaat uit wetenschappers en bedrijven uit Nederland en Vlaanderen. Afvalbeheerbedrijf Attero werkt samen met het Bio Treat Center van de campus in Venlo om niet-eetbare biomassaresiduen te verkrijgen en deze te verwerken tot een droog, ligninerijk poeder. Startup Vertoro en kennisinstituut Chemelot InSciTe zetten het poeder vervolgens om in CLO en van CLO afgeleide fenol in een door InSciTe geprepareerde installatie in de pilot plant op de Brightlands Chemelot Campus in Geleen. Het Vlaamse instituut VITO en startup Indresmat voltooien het proces met de productie van polyurethaan coatings en bouwmaterialen.

Het ‘Meer doen met lignine’ project is gestart op 1 oktober 2019. Het wordt geleid door Vertoro en heeft een totale begroting van € 2.9 miljoen. Het onderzoek wordt mede mogelijk gemaakt door het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO), het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat en de provincies Limburg en Brabant, in het kader van het Europees Innovatieprogramma voor Zuid-Nederland (OPZuid).