Lees verder
De invloed van veranderend landgebruik door biobrandstoffen op broeikasgasemissies, blijft onduidelijk. De resultaten van meer dan 100 wetenschappelijke studies naar deze invloed zijn nauwelijks te vergelijken.
Redactie / Wageningen

Dat blijkt uit onderzoek van het National Renewable Energy Centre (CENER) in Spanje (projectleider), Wageningen Economic Research, Wageningen Environmental Research en het Planbureau voor de Leefomgeving. Het onderzoek werd uitgevoerd op verzoek van de Europese Commissie.

Verschuivingen

De meeste biobrandstoffen die in de EU worden gebruikt, zijn gemaakt van conventionele gewassen, zoals tarwe, mais, koolzaad en suikerbieten. De productie van deze gewassen leidt direct en indirect tot verschuivingen in het gebruik van landbouwgrond. Deze verschuivingen worden aangeduid met de term ILUC, wat staat voor Indirect Land Use Change). Zo leidt de ontginning van natuurgebieden naar grasland of akkerland tot het vrijkomen van koolstof uit de boven- en ondergrondse biomassa. Hoewel biobrandstoffen worden ingezet om emissies van conventionele brandstoffen terug te dringen, gaat een deel van deze vermindering verloren door deze extra broeikasgasemissies door ILUC.

De exacte invloed daarvan op de effectiviteit van biobrandstoffen om emissies terug te dringen, is al langer punt van discussie. Alleen in Europa is dit al meer dan 1.200 keer onderzocht, maar niet op een gestandaardiseerde manier. De onderzoekers selecteerden 105 kwantitatieve ILUC-studies die zijn gepubliceerd na 2012 en 31 oudere studies. Hun analyse laat zien dat de aanpak, basisdata, modelparameters, scenario-aannames en regionale dekking te zeer verschillen om hieruit eenduidige conclusies te kunnen trekken. Zowel voor als na 2012 variëren de schattingen van de emissies van ILUC door biobrandstoffen aanzienlijk, tussen typen biobrandstof, tussen de gebruikte grondstoffen en tussen de onderzoeken.

Hogere prijzen

Wel kan in het algemeen worden gesteld dat het gebruik van biobrandstoffen in de EU leidt tot hogere prijzen van landbouwproducten, daardoor een hogere landproductiviteit en verminderde voedselconsumptie. Het gebruik van bijproducten van de biobrandstofproductie als veevoer beperkt het ILUC effect weer enigszins.

Hoeveel verlaten en laagproductieve landbouwgrond beschikbaar is voor de productie van biobrandstoffen, is ook onzeker. Volgens de onderzoekers zijn aanvullende maatregelen nodig, zoals geïntegreerde planning van landgebruik en bescherming van natuurlijke vegetatie. Het literatuuronderzoek toont ook aan dat er weinig of geen informatie beschikbaar is over de gevolgen van ander EU-beleid op de ILUC-effecten van biobrandstoffen.