Lees verder
Wetenschappers van het Oak Ridge National Laboratory van het ministerie van Energie in de VS hebben een nieuw composiet ontwikkeld voor het 3D printen dat gebruik maakt van lignine, een restproduct uit bioraffinage.
Redactie / Oak Ridge

De ontdekking wordt beschreven in het tijdschrift Science Advances. Lignine is het materiaal dat overblijft na de verwerking van biomassa in een bioraffinaderij. Hier nieuwe toepassingen voor vinden kan het bioraffinageproces winstgevender maken.

Door de lignine te combineren met een conventionele kunststof, namelijk nylon, lukte het de onderzoekers om een ​​composiet te maken met precies de juiste eigenschappen voor extrusie en lassterkte tussen de lagen tijdens het printproces.

Verhoogde viscositeit

Lignine kan normaalgesproken maar tot een bepaalde temperatuur worden verwarmd, voor het verkoolt. Langdurige blootstelling aan hitte verhoogt de viscositeit dramatisch; het materiaal wordt te dik om gemakkelijk te extruderen. Door lignine te combineren met nylon nam de stijfheid bij kamertemperatuur van het composiet toe, terwijl de smeltviscositeit ervan afnam. Het samengestelde lignine-nylonmateriaal had een treksterkte gelijk aan die van alleen nylon en een lagere viscositeit dan conventioneel ABS of polystyreen.

Op het lignine-nyloncomposiet is patent aangevraagd. Er wordt gewerkt aan het verfijnen van het materiaal en nieuwe manieren om het te verwerken.