Lees verder
Een personenauto in Denemarken heeft 80 kilometer gereden op biobrandstof. Het is een van de eerste successen van het Europese Horizon 2020 project MacroFuels. Daarin werken o.a. TNO, Wageningen Food & Biobased Research en het Danish Technological Institute (DTI) samen.
Redactie / Petten

ECN.TNO maakte binnen dit project in zijn nieuwe zeewier-laboratorium in Petten een grondstof, die vervolgens door Universiteit Wageningen is omgezet in bio-butanol. Partner Danish Technological Institute (DTI) produceerde uit zeewier bio-ethanol. Beide stoffen zijn vervolgens bijgemengd bij fossiele benzine, waardoor in totaal 100 liter brandstof met bio-ethanol (E10) en 100 liter brandstof gemengd met bio-butanol (B10) beschikbaar kwamen. Hedendaagse auto’s kunnen daar probleemloos op rijden.

In Denemarken zijn vervolgens rijtesten met een personenauto uitgevoerd. Diverse soorten rijgedrag, van filerijden tot op de snelweg rijden, werden getest. Aangetoond werd dat de zeewier-brandstoffen hetzelfde werken als de reguliere brandstoffen, in termen van gebruik en emissies. Het doel is aan te tonen dat het assortiment duurzame brandstoffen uitgebreid kan worden met de grondstof zeewier.

Opschaling

De komende jaren zal TNO zich richten op de optimalisering van het proces om biobrandstoffen te produceren, zodat opschaling en kostenbesparing mogelijk wordt. Volgens de Hernieuwbare energie EU richtlijn (RED II)  moet in 2030 het transport (luchtvaart, zwaar wegverkeer en binnenvaart) 14% hernieuwbare brandstoffen gebruiken waarvan 3,5% geavanceerde biobrandstoffen zoals die uit zeewier. Dit betekent dat er dan 175-350 bioraffinaderijen in Europa moeten staan.

Behalve naar biobrandstoffen, doet TNO in het zeewierlaboratorium ook onderzoek naar andere toepassingen, zoals voedingsmiddelen en bioplastics. TNO noemt de combinatie van de productie van biobrandstoffen met andere hoogwaardige producten uit zeewier een veelbelovend vooruitzicht.