Lees verder
De circulaire economie zit in het DNA van Cosun. Sinds de oprichting, eind negentiende eeuw, is het onze missie om onze grondstoffen - suikerbieten, aardappelen, cichoreiwortels, groenten en fruit - zo goed mogelijk tot waarde te brengen.
Albert Markusse

Dit aspect zit ‘ingebakken’ in onze organisatie. Waarom? Omdat je volgens goed gebruik zo min mogelijk wilt weggooien. Vandaar dat we de suikerbietenpulp gebruiken voor diervoeding, als milieuvriendelijker alternatief voor soja dat van ver moet komen. Reststromen zoals bietenpuntjes vergisten we tot biogas dat we zelf gebruiken om onze processen te verduurzamen of dat via het openbare gasnetwerk wordt geleverd aan derden. Het digestaat dat overblijft na het vergistingsproces, bevat nog veel waardevolle nutriënten die akkerbouwers weer kunnen inzetten om hun land vruchtbaar te houden. Water, afkomstig uit de bieten die we verwerken, is eveneens een waardevolle grondstof. Vandaar dat we ons proceswater zuiveren en transporteren naar de glastuinbouw op Nieuw-Prinsenland, de locatie waar onze suikerfabriek in Dinteloord is gevestigd.

Vanuit onze wortels in de agrifoodsector hebben de Cosun-dochters zich overwegend gericht op het produceren voor humane en diervoeding. Dat is en blijft onze kernactiviteit. We zien echter ook kansen in non-food, waarbij Cosun Biobased Products een belangrijke rol speelt. Wij investeren fors in R&D en marktbewerking om deze hernieuwbare ‘groene’ ingrediënten richting de eindgebruikers te krijgen. Het is allesbehalve gemakkelijk. Op prijs is het moeilijk concurreren en afnemers willen garanties met betrekking tot de prestaties op langere termijn. Deze obstakels weerhouden ons niet om vast te houden aan onze strategie om in non-food/chemie vaste voet aan de grond te krijgen. Met ons nieuwe innovatiecentrum dat onlangs is geopend, willen we de wisselwerking tussen de verschillende businessgroepen stimuleren. Wellicht dat we ook de vaak langdurige R&D-trajecten kunnen bespoedigen zodat de doorlooptijd wordt verkort.

Op termijn verwachten we dat we ons hiermee kunnen onderscheiden van onze concurrenten die deze markten links laten liggen. Momenteel zetten we circa 10 procent van ons suikervolume af richting non-food applicaties (fermentatie, chemie etc.). Dat percentage zal de komende jaren ongetwijfeld stijgen.

Of de circulaire economie meer en meer haar beslag zal krijgen, is echter niet alleen afhankelijk van de ambities van bedrijven of de wensen van consumenten. Het is ook de publieke sector die bijvoorbeeld op het gebied van wet- en regelgeving keuzes zal moeten maken. Er wordt nog te veel gestuurd op bepaalde dossiers, bijvoorbeeld in de mestverwaarding. We zullen meer naar het gehele plaatje moeten kijken om te versnellen richting een economie waar we minstens drie keer nadenken voordat we iets weggooien. Nog liever, helemaal niets.