Lees verder
Europa moet vaart maken met de bio-economie nu andere werelddelen stevig inzetten op biobased innovatie en productie. Zowel grote industriële ondernemingen en overheden als startups en scale-ups spelen daarin een belangrijke rol. Dat werd wel duidelijk tijdens het Tech Tour Circular Programme 2025 op 24 april in Gent (België).
Pierre Gielen

Tech Tour brengt investeerders in contact met innovatieve ondernemers die op zoek zijn naar kapitaal om hun duurzame projecten op te schalen en te produceren.

Blijven investeren in de bio-economie is nodig, benadrukte Agatha Kotkowska, adjunct-hoofd Circular Economy Sustainable Production and Consumption van de Europese Commissie: “De bio-economie wint wereldwijd aan kracht. Iedereen wil een graantje meepikken van deze markt van 4.000 miljard dollar, die naar verwachting zal groeien tot 33.000 miljard in 2050.” Vooral de Verenigde Staten, China, Brazilië en India zijn hard op weg om dominante spelers te worden. India alleen zag zijn bio-economie de afgelopen tien jaar verzestienvoudigen. “Het wil een wereldwijde hub voor biofabricage worden. Die ambitie moeten wij in Europa ook tonen.”

Op dit moment draagt de Europese bio-economie volgens haar al zo’n 2.300 miljard euro bij aan de economie en biedt werk aan 17 miljoen mensen, vooral in de landbouw en primaire sectoren. Toch zijn er serieuze obstakels. Kotkowska wees op een ongelijk speelveld: “Fossiele industrieën krijgen vaak nog subsidies, terwijl biobased alternatieven het met veel minder moeten doen.”

De Europese Commissie wil daar verandering en brengen en werkt daarom aan de nieuwe Bio-economie Strategie, die eind 2025 moet worden aangenomen. Die richt zich op drie pijlers: efficiënter gebruik van biologische grondstoffen (circulariteit), het opschalen van markten voor biobased materialen, en duurzaam beheer van biomassa. “Startups en industrieën worstelen om concurrerend te blijven. Dat willen we aanpakken met gericht beleid en meer ondersteuning,” aldus Kotkowska. Daar gaat ook de komende Biotech Act een rol in spelen. Het wordt een wetgevend kader dat tegen 2026 moet zorgen voor meer duidelijkheid, certificering en investeringszekerheid voor biogebaseerde bedrijven. “Europa heeft de kennis en het talent in huis. Nu moeten we zorgen voor voldoende schaal, infrastructuur en samenwerking om echt wereldwijd leider te worden.”

Opschaling essentieel

Leiderschap in de bio economie vereist niet alleen versnelde innovatie, maar ook opschaling bij het in de markt zetten van nieuwe technologie. Mateusz Wielopolski, Manager Duurzaamheid en Klimaat bij Deloitte, pleitte ervoor om daarbij kunstmatige intelligentie (AI) in te zetten vanaf het begin: “Alleen dan kun je écht waarde creëren over sectoren heen.”

Volgens hem is AI in staat om complexe waardeketens efficiënter te maken en daarmee duurzaamheid én groei te versnellen. “AI kan de omslag naar circulariteit versnellen door grote hoeveelheden data te verwerken, complexe interacties te begrijpen en processen efficiënter te maken,” stelde Wielopolski. Toch bleek uit zijn peiling onder het publiek dat slechts een handjevol scale-ups AI momenteel actief toepast. “We staan nog maar aan het begin.”

Wielopolski toonde hoe circulaire innovaties — van productontwerp tot recycling — elkaar beïnvloeden binnen een waardeketen. “Als je duurzamere materialen gebruikt in de ontwerpfase, beïnvloedt dat meteen de mogelijkheden voor hergebruik of recycling aan het einde.” Het optimaliseren van die hele keten tegelijk is extreem complex. “Precies daar komt AI van pas: om patronen te herkennen, voorspellingen te doen en betere beslissingen te nemen.”

Hij gaf concrete voorbeelden van AI-toepassingen in onder meer de automobielsector, waar AI wordt ingezet bij ontwerp, productie, gebruik en hergebruik van onderdelen. Deloitte past deze technologieën al toe in projecten samen met onder andere Google en Makersite. “Samenwerking is cruciaal. Bouw ecosystemen waarin AI en circulariteit elkaar versterken.”

Lef, logica en lange adem

Tijdens de Tech Tour Circular werd circulariteit niet als hype, maar als serieuze businesscase besproken. In een panelgesprek onder leiding van Anna Handschuh (Future Affairs) gingen drie investeerders in op de vraag hoe duurzame technologieën succesvol kunnen zijn zonder afhankelijk te zijn van subsidies of gunstige regelgeving. Aan tafel zaten Deanna Zhang (Circularity Capital), Filip Van Den Abeele (Finindus) en Oliver Vander Cruysse (PMV).

Voor Deanna Zhang is het helder: circulariteit moet economisch kloppen. “Wij investeren alleen in bedrijven die ook zonder subsidies kunnen groeien. Een goed voorbeeld is Shark Solutions uit Denemarken. Zij recyclen polyvinyl butyral (PVB), het laminaat tussen glaslagen uit kapotte autoruiten, tot grondstoffen voor tapijt, verf of zelfs nieuwe ruiten. Hun klanten kiezen niet per se voor gerecycleerd materiaal omdat het groener is, maar omdat het goedkoper is.”

Prijs én impact

Volgens Zhang schuilt daar de kracht van circulaire businessmodellen: ze moeten concurreren op prijs én impact. Tegelijkertijd pleit ze voor meer betrokkenheid van investeerders bij EU-beleid: “We kunnen actiever deelnemen aan het vormen van regelgeving die deze bedrijven echt vooruithelpt.”

Handschuh daagde het panel uit om verder te kijken dan subsidies. “Goed ontworpen regulering hoeft geen last te zijn, maar kan het businessmodel juist versterken.” Filip Van Den Abeele beaamt dat, maar wijst ook op de trage erkenning van duurzame producten. “Een van onze circulaire investeringen mislukte omdat klanten het niet als noodzaak zagen. Er is nog te weinig bereidheid om te betalen voor duurzaamheid.”

Ongelijke strijd

Zowel hij als Van Den Abeele als Oliver Vander Cruysse pleiten voor een gelijk speelveld. “Zolang vervuilende alternatieven goedkoper zijn, blijven circulaire modellen een ongelijke strijd voeren,” aldus Vander Cruysse. “Externe kosten moeten verrekend worden in de prijs. En Europa moet sneller vergunningen verlenen. Bijvoorbeeld: twee jaar wachten op een laadpaal is gewoon absurd.”

Op de vraag wat zij zouden doen als ze voorzitter van de Europese Commissie waren, kwamen scherpe antwoorden. “Stop met het belasten van arbeid,” zegt Zhang, “en begin met het belasten van virgin grondstoffen. Dat zet écht zoden aan de dijk.” Van Den Abeele voegde toe: “Investeer in kennis en innovatie. Ideeën zijn de grondstof van onze toekomst.”

De conclusie van het panel was helder: circulariteit vraagt economische logica, beleidsmatig lef en vooral veel geduld – van investeerders, bedrijven én overheden.

Samenwerking en flexibiliteit

Tijdens een tweede panelsessie ging moderator Nathan De Geyter (UGent) in gesprek met vier koplopers in de circulaire bio-economie over een van de grootste uitdagingen in de sector: opschaling. De rode draad? Succes vraagt om slimme samenwerking tussen startups, investeerders, industrie en overheden.

Sophie Roelants van Amphistar trapte af met een pleidooi voor Europese pilotinfrastructuur. “We hebben EU-ondersteuning nodig om pilotinstallaties open te stellen voor meerdere bedrijven. Zo voorkomen we dat iedere startup zelf opnieuw het wiel moet uitvinden.” Voor innovatieve bedrijven in de biobased sector is het ontwikkelen van materiaal én markttoegang een dubbele horde, beaamde Julia Seeligere van investeringsfonds ECBF. “Startups hebben lange cycli. Wij financieren vaak tot en met commerciële schaal, omdat private investeerders terughoudend blijven.”

Martijn Lopes Cardozo van Regeneration.VC benadrukte de cruciale rol van grote merken in het succesvol naar de markt brengen van circulaire innovaties. “Veel startups hebben een goed product, maar zonder ‘pull’ vanuit de supply chain kom je nergens. Daarom werken wij nauw samen met partijen als Ikea en H&M, niet alleen als investeerders, maar ook als launching customers.” Hij pleitte voor vroege betrokkenheid van zulke bedrijven: “Ga al praten voordat je product af is. Zo bouw je relaties op én krijg je waardevolle feedback.”

Ook de logica van opschaling over de grenzen heen kwam aan bod. Moji Karimi, CEO van het Amerikaanse Cemvita, liet zien hoe zijn bedrijf wereldwijd denkt. “Onze eerste commerciële fabriek bouwen we in Brazilië, vanwege toegang tot goedkope feedstock. Daarna willen we uitbreiden naar Europa, bijvoorbeeld in Gent, waar industriële clusters en reststromen veel potentie bieden.” Volgens Karimi is flexibiliteit van levensbelang. “In deze sector moet je alles tegelijk uitvinden: technologie, businessmodel én partnerschap. En je moet dat voor elkaar krijgen vóór je bedrijf overlijdt.”

De panelleden waren het unaniem eens: Europa beschikt over talent, infrastructuur en beleid, maar worstelt nog met integratie van spelers. Alleen door betere samenwerking en langetermijnvisie kunnen innovaties uitgroeien tot impactvolle bedrijven. Zoals Karimi het treffend verwoordde: “Het is niet de technologie die ons tegenhoudt—het is het ecosysteem dat moet leren sneller en slimmer te bewegen.”

Pitches

Een onderdeel van de Tech Tour Circular vormden de pitching sessies van ondernemers die op zoek zijn naar samenwerking en/of financiering voor hun idee. Voor deze editie waren er 180 aanmeldingen, waarvan er 36 uiteindelijk de kans kregen hun innovatie te presenteren. Daaruit kozen investeerders zes winnaars:

Imagindairy uit Israël: zuivelproductie door precisiefermentatie met enzymen. De diervrije melkeiwitten kunnen worden gebruikt als ingrediënt om traditionele zuivelproducten als te maken, zoals melk, yoghurt, kaas en room, maar met beduidend minder milieu-impact.

Qorium uit Nederland, gekweekt leer uit de bioreactor. Collageenvellen worden gekweekt uit rundercellen, waardoor de eerste stappen van de traditionele leerproductie – inclusief het slachten van koeien – overbodig worden. Dit resulteert in een duurzaam, uniform en hoogwaardig materiaal dat minder afval en kosten oplevert.

Anodyne Chemistries uit Canada: koolstofnegatieve productie van chemicaliën door enzymatische elektrolyse. Met enzymen en hernieuwbare energie maakt het bedrijf mierenzuur, formaldehyde en methanol uit CO2 en water. Het zijn duurzame vervangers van de fossiele versies van deze chemicaliën die als bouwstenen worden gebruikt in tal van industriële- en consumentenproducten.

Yeastup uit Zwitserland: plantaardige productie van functionele proteïnen en voedingsvezels uit ge-upcyclede biergist. Hierdoor zijn eiwitrijke voedingsmiddelen, supplementen en cosmetica op een duurzame manier te produceren.

Xampla uit het Verenigd Koninkrijk: afbreekbare, plasticvrije alternatieven voor alledaagse producten dankzij plantenpolymeertechnologie. Het ‘flagship’ product is een volledig recycleerbaar coatingmateriaal dat plastic coatings in verpakkingen vervangt, inclusief kenmerken als water- en vetbestendigheid. Xampla werkt al samen met grote bedrijven als Just Eat Takeaway en foodverpakkingsfabrikant Huhtamaki, en wil zijn activiteiten in Europa uitbreiden.

Circular Materials uit Italië: technologie voor een 99% effectieve, milde scheiding en upcycling van in (afval)water opgeloste metalen. De te behandelen oplossing wordt gemengd met superkritisch water (>375°C, >221 bar), waardoor opgeloste metalen (of metaaloxiden) samenklonteren tot nano- of microdeeltjes. Deze zijn gemakkelijk terug te winnen, waarna het water kan worden gezuiverd.

William Stevens, oprichter en directeur van Tech Tour, prees de vele veelbelovende innovaties die tijdens het evenement werden gepresenteerd, met een bijzondere nadruk op de rol van talent en samenwerking. “De kwaliteit van de bedrijven die we hier hebben gezien, is indrukwekkend”, zei hij in zijn afsluitende rede. Stevens moedigde de ondernemers die deelnamen aan het event aan om vooral door te gaan met hun werk en successen te behalen.

Belgische BISC-E finale

Een belangrijk onderdeel van het Tech Tour Circular evenement was ook dit jaar de nationale Belgische finale van de Bio-based Innovation Student Challenge (BISC-E) voor een deskundige jury. BISC-E is een Europese competitie ondersteund door BIC. Deze daagt studenten uit om innovatie en bedrijfsontwikkeling in de opkomende bio-economie te verkennen terwijl ze een nieuw biobased product of proces ontwikkelen.

AquaNutrix, een team van Postgraduates Technovation van de KU Leuven, won de Belgische competitie. “De toekomst van aquacultuurvoeding zwemt niet in de oceaan, maar groeit op afvalstromen”, stelt het team. AquaNutrix wil vismeel als voeding voor kweekvis vervangen door een circulaire oplossing: omega-3-rijk insectenmeel geproduceerd uit larven van de zwarte soldaatvlieg. Deze insecten worden gekweekt op reststromen van de walnotenteelt en organisch afval. De larven worden na zeven tot veertien dagen geoogst, verwerkt en vermalen tot een eiwitrijk meel. Het kan vismeel (deels) vervangen waarvoor jaarlijks miljoenen tonnen vis moet worden gevangen. Het proces van AquaNutrix voorkomt hiermee ecologische schade, en levert bovendien een natuurlijke meststof op als restproduct. Het volledige systeem is lokaal, circulair en draait grotendeels op zonne-energie.

De tweede plaats ging naar Team ‘on fLEEK,’ waarin drie studenten van de Universiteiten van Gent en Antwerpen samenwerken aan een innovatieve oplossing om de jaarlijkse overschotten van prei in België en Europa te valoriseren. Ze extraheren polyfenolen uit het preiafval met behulp van een gepatenteerde bioreactor om een natuurlijk anti-aging crème te produceren. Dit proces maximaliseert de opbrengst van polyfenolen, creëert een duurzaam cosmetisch product en genereert bio-ethanol als een waardevol bijproduct, wat bijdraagt aan de circulaire economie en duurzaamheid.

Team Bataboosters, bestaande uit vier studenten van de Hogeschool Gent, richt zich op het valoriseren van onverkoopbare zoete aardappelen van Belgische en Nederlandse telers. Ze presenteren ‘Vitabataat’: een plantaardig vitamine (A, B en C) supplement, gewonnen uit deze reststroom, waarmee ze een duurzaam alternatief bieden voor synthetische supplementen. Het team benadrukt de gezondheidsvoordelen, de groene productiewijze en hun marketingstrategie via sociale media en samenwerkingen. Ze willen Vitabataat als premium gummies gaan verkopen via hun eigen webshop en andere kanalen.

Alle winnaars van de nationale BISC-E competities in de deelnemende landen worden ondersteund met een coachingsprogramma en doen mee aan de Europese finales die in september door BIC worden georganiseerd. Ze maken daarmee kans op geldprijzen, en gratis BIC-lidmaatschap en toegang tot het netwerk van BIC-experts.

Zie ook:
Tech Tour Bio Based Industries 2024 Programma: “Nieuwe functionaliteiten, nieuwe voordelen en nieuwe oplossingen (Agro&Chemie, 28 november 2024)
TechTour Circular koppelt ondernemers in de biobased economie aan investeerders (Agro&Chemie, 16 mei 2024)

Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met het Bio-based Industries Consortium

Partners van Tech Tour Circular zijn de Stad Gent, de Universiteit Gent, het Bio-based Industries Consortium, en diverse investeringsmaatschappijen.