Lees verder
Na tien jaar houdt Circular Biobased Delta dit jaar op te bestaan als formele organisatie gericht op het realiseren van een biobased economy die nieuwe kansen biedt voor zowel de chemie als de landbouw in Zuidwest Nederland. De subsidie stopt. Maar wat gaat er nu gebeuren in deze regio? Blijven de netwerken overeind? Wie neemt het stokje over, juist nu sectoroverschrijdende samenwerking zo belangrijk is voor het opschalen van de groene chemie?
Pierre Gielen

We zijn nog helemaal niet klaar”, zegt Willem Sederel, voormalig voorzitter van Circular Biobased Delta. “Maar ik heb er vrede mee dat het stopt. Als ik terugkijk naar de afgelopen tien jaar, ben ik blij met wat we hebben kunnen bereiken. Er zijn verschillende ondernemers opgestaan die nu zelf aan het roer staan van nieuwe ontwikkelingen. En het is goed om te zien dat er heel wat projecten toch zelfstandig doorgaan.”

Hij denkt daarbij onder meer aan het Netwerk Chemisch Recyclen, Biobased bouwen en aan het bio-asfaltproject CHAPLIN dat als Circuroad verder gaat met Rijkswaterstaat als nieuwe host. Maar ook aan wat in 2013 de basis vormde van CBBD, toen nog onder de noemer ‘Agri Meets Chemicals’: nieuwe kansen voor de landbouw in de regio, als leverancier van groene grondstoffen voor de chemische industrie. Het bleek een gouden idee, maar niet makkelijk te implementeren omdat het (i) samenwerking vereist tussen sectoren die elkaar traditioneel nauwelijks zagen staan (ii) financiële steun voor first of a kind fabrieken en (iii) een voldoend winstgevende business case op termijn.

Na een lange aanloop lijkt er nu toch een doorbraak te komen, mede dankzij de goede contacten van CBBD met de industrie. Dat is op zijn minst voor een deel de persoonlijke verdienste van Willem Sederel, die eerder directeur was van chemiereus Sabic in Bergen op Zoom. Hij kreeg tijdens het slotevent op 6 juli j.l. een life time achievement award uit handen van Jo-Annes de Bat, gedeputeerde van de provincie Zeeland en voorzitter van de Raad van Toezicht van CBBD.

Doorpakken en opschalen

Het onlangs goedgekeurde Groeifonds-voorstel Biobased Circular (BBC), waaraan Circular Biobased Delta actief meewerkte, schept nu de voorwaarden om door te pakken en op te schalen. De Rijksoverheid trekt er een subsidiepot van honderden miljoenen voor uit. Arnold Stokking, kartrekker van Groene Chemie, Nieuwe Economie (GCNE) en – naast Kees de Gooijer van TKI Agri&Food – initiatiefnemer van het BBC-voorstel, waarschuwde tijdens de slotbijeenkomst van CBBD dan ook dat de hechte samenwerking die inmiddels in Zuidwest Nederland is gerealiseerd, niet verloren mag gaan. Hij riep de provincie Noord-Brabant op om als de bliksem aan tafel te gaan om te zorgen dat de in CBBD gecreëerde netwerken behouden blijven.

“Die oproep vind ik juist”, zegt Willem Sederel. “Er zijn voldoende spelers om het te laten slagen, Zo hebben we een Green Chemistry Campus die zich bezighoudt met de grondstoftransitie, een ontwikkelingsmaatschappij REWIN, die al jaren bezig is met een plantbased-agenda en een Centre of Expertise Biobased Economy, tegenwoordig MNEXT, met een aantal lectoren die actief zijn op dit onderwerp, waaronder bioplastics en LCA-analyses. Zij werken goed samen in een netwerk met bedrijven en andere hogescholen. Dus er zijn voldoende actoren, de vraag is alleen: wie gaat de partijen met elkaar verbinden en coördineren? En wie heeft het netwerk en de relaties naar de industrie toe? Dat deed CBBD bij uitstek en dat gaat nu wegvallen. Er is dus plek voor nieuw leiderschap. Iemand die zegt: dit vind ik belangrijk en dit gaan we regelen. Verder denk ik dat het binnen de Groeifonds-aanvraag vooral de bedrijven zijn die in actie moeten komen. Zij kunnen reageren op calls en consortia vormen, waarbij regionaal maar ook landelijk wordt gewerkt.”

Vertrouwen koesteren

Dat bevestigt Kees de Gooijer, directeur van TKI Agri&Food (en voorheen ook van TKI-BBE, dat nu is opgegaan in TKI Groene Chemie en Circulariteit): “Ik heb de afgelopen 20 jaar geleerd dat je werkelijk nooit de creativiteit en het vakmanschap van ondernemers moet onderschatten. Dat is ook de reden waarom we binnen BBC met open calls gaan werken. Het vereist dat ondernemers elkaar opzoeken en consortia vormen. Dat lukt niet als je weer van voren af aan moet beginnen en stakeholders die elkaar niet kennen in een zaal bij elkaar zet. Dan gebeurt er helemaal niks. In West-Brabant zien we daarentegen dat de inspanningen van CBBD hebben geleid tot een succesratio waarvan men in de venture capital wereld alleen maar kan dromen. Dat is te danken aan het onderlinge vertrouwen dat door de jaren heen is gecreëerd. Dat moeten we koesteren, want vertrouwen komt te voet en gaat te paard.”

De Gooijer denkt zeker niet dat het wegvallen van CBBD als koepel al het werk van de afgelopen jaren ongedaan maakt. “Dat geloof ik ook niet”, zegt Sederel. “In het verleden hadden we een mkb-adviesraad, omdat het lijkt of we ons met die chemie-agenda van ons nogal op de grote jongens richtten, zoals de Shells en Cargills. Maar we richtten ons juist erg op de kleinere partijen. Daar hebben met name mkb-ondernemers, zoals bijvoorbeeld Aaik Rodenburg en Leon Joore, een belangrijke rol in gespeeld. Zij spreken de taal van de ondernemer, terwijl wij vooral bestuurders zijn, mensen met relaties, mensen die bijeenkomsten leiden en beurzen doen in binnen-en buitenland, lobbyen en contacten hebben met de burgemeester en de Commissaris van de Koning. In het mkb zeggen ze gewoon ‘zien we hier iets in of niet?’ en dan gaan ze onder het genot van een biertje met elkaar aan tafel. Dat is de typisch Brabantse cultuur en dat werkt heel goed.”

Zekerheid

Om schaalgrootte te bereiken in een groene chemie, blijft de industrie nodig. En die heeft behoefte aan duidelijkheid voor de lange termijn, vanuit een betrouwbare overheid. De Gooijer: “Dat is iets wat bij Economische Zaken en Klimaat een verbeterpunt is: roepen dat we gaan verduurzamen, maar zonder duidelijke visie op het einddoel van de transitie. Wat voor land moet Nederland worden? Wat gaan we doen, hoe gaan we ons gedragen en hoe gaan we het inrichten? Daar is nog steeds geen antwoord op, niet vanuit de energie en niet vanuit de landbouw.”

Sederel: “Veel van wat we nu doen is een eerste poging en helpt met het imago dat we groen ondernemen, terwijl een legale status nog ontbreekt. Neem het alloceren van biogene of circulaire koolstof aan een product op basis van massabalansen. Dat is allemaal interpretatie, want er staat niks officieel over vast. En het is volstrekt onvoldoende. Alles kost meer tijd. Alles kost meer geld. Niet alleen vanwege technologie of financiën, maar ook vanwege de politiek en de sterke lobby’s van partijen die dingen om zeep helpen als ze andere belangen hebben. Een chaotisch verloop is nu eenmaal het kenmerk van transities. We kunnen ze niet helemaal bovenaf regelen, maar hebben wel een plaatje nodig om de richting aan te geven.”

Zo lang zo’n ‘plaatje’ ontbreekt, is het onduidelijk in wat voor speelveld de industrie zich bevindt en welke investeringen noodzakelijk zijn en rendement opleveren. En het gaat om reusachtige bedragen en even zo reusachtige hoeveelheden. Mechanisch of chemisch gerecyclede grondstoffen alleen zullen nooit voldoende zijn om ‘fossiel’ volledig uit te faseren in de chemische industrie. Daarvoor zijn ook biobased grondstoffen onmisbaar. En wel zo veel dat die ook niet allemaal uit organische reststromen zijn te produceren. “We zullen ook moeten gaan telen voor de industrie”, concludeert Kees de Gooijer. In Den Haag wordt daar met samengeknepen billen naar gekeken, want een groei van de landbouw past niet echt in het toekomstbeeld van het (tegenwoordig demissionaire) kabinet. “Zelfs het Ministerie van LNV denkt daar over na.”

Een alternatief voor de inzet van biobased grondstoffen is er echter niet. Het is momenteel de enige manier om tegelijkertijd de industrie in stand te houden én koolstof uit de atmosfeer te halen. De opslag van CO2 onder de zeebodem (zoals in het Porthos project) is hooguit een tijdelijk alternatief. Beide ingrepen zijn noodzakelijk. Het is dan ook belangrijk dat bedrijven in de petrochemie laten zien dat ze daadwerkelijk mee willen in die transitie, in plaats van te dreigen uit Nederland en Europa te vertrekken. Dergelijke geluiden klinken steeds openlijker onder de toenemende druk vanuit Europa. In de bestuurskamer van deze energie-multinational wordt overwogen om investeringen in Nederland op te schorten en naar de VS te verhuizen. “Ik wens ze veel succes, want het gaat echt een keer fout, hoe groot je als multinational nu ook bent”, zegt Kees de Gooijer. Willem Sederel vult aan: “De vergelijking met de dinosauriërs dring zich op. Zij stierven niet uit omdat ze zwak waren, maar omdat ze zich niet konden aanpassen.”

Biobased lobby

Met nieuwe Kamerverkiezingen op komst en een veranderend politiek landschap in Den Haag, is het belangrijk om de boodschap van de groene chemie te blijven benadrukken. De biobased lobby komt inmiddels op stoom, met daarin onder meer vertegenwoordigers van GCNE, CBBD, Chemelot, Chemport Europe, TKI Agri&Food en de Federatie Bio-economie Nederland.

Sederel: “Het grote verschil met het verleden is dat we nu een (voorwaardelijke) Groeifonds-toekenning op zak hebben. Dat is belangrijk, want zonder geld is het haast niet te doen voor ‘first-of-a-kind’ fabrieken om nieuwe stappen te zetten. Rolmodellen uit de Delta-regio zoals ondernemers Roger Blokland (Relement) en Frank Vergunst (Alta Group) kunnen nu echt eens gewoon gaan groeien. Het is dan ook belangrijk dat we zo veel mogelijk de krachten bundelen, in plaats van elkaar vliegen af te vangen!”

Willem Sederel neemt met het einde van Circular Biobased Delta nog geen afscheid van de wereld van de groene chemie. “Ik geniet ervan; ik breek graag mijn hoofd over het vinden van oplossingen voor problemen. Dat is een beetje de ingenieur in mij. Ook vind ik vooral de samenwerking met jonge mensen leuk; het houdt me actief. Ik heb wel afspraken met mijn vrouw om het wat minder aan te gaan doen. Maar ik blijf werken tot ik echt niet meer kan!”

"Zo lang er niks vast staat, is alles interpretatie"

"Een alternatief voor de inzet van biobased grondstoffen is er niet"