Het afgelopen jaar hebben we intensief samengewerkt met Groene Chemie, Nieuwe Economie (GCNE), een brede coalitie van overheden, regionale ontwikkelingsmaatschappijen, clusters, TNO, Invest-NL en industrie. Daarbij gaat het om het vervangen van fossiele grondstoffen door circulaire of biobased grondstoffen en het vervangen van industriële processen door andere processen die minder energie vragen, bijvoorbeeld dankzij biotechnologie.”
Zo is een belangrijke aanvraag ingediend voor de tweede ronde van het Nationaal Groeifonds: een investeringsfonds waarmee de rijksoverheid grote innovaties wil ondersteunen die moeten zorgen voor economische groei op langere termijn. Het voorstel draait om het gebruik van suiker als grondstof voor de chemische industrie, in plaats van aardolie. “Het is een oude wens van CBBD, die er al een jaar of tien aan werkt om dit van de grond te krijgen, samen met de agrarische sector en bedrijven als Corbion, Avantium en DSD. Nu partijen als TKI-BBE (vanuit de Topsectoren) en Groene Chemie, Nieuwe Economie soortgelijke initiatieven ontwikkelen en elkaar opzoeken, krijgt deze transitie ineens een groot momentum.”
Chemische recycling
Een tweede onderwerp dat in 2022 en daarna de nadruk krijgt, is chemische recycling. “Vanuit het bedrijfsleven kwam al enkele jaren geleden het signaal dat we niet alleen naar hernieuwbare maar ook naar circulaire grondstoffen moeten kijken, met name naar de chemische recycling van plastics, biomassa, gemengde stromen en huishoudelijk afval. In 2019 zijn we dan ook getransformeerd van Biobased Delta naar Circular Biobased Delta.”
Dankzij deze verschuiving van de focus kon CBBD een stevige bijdrage leveren aan een tweede Groeifonds-aanvraag die is ingediend door het Platform Duurzame MaterialenNL, in samenwerking met het Nationaal Platform Plastic Recycling (NPPR). “Een van de onderwerpen daarin gaat over thermochemische recycling. Dat hebben we via GCNE verzorgd, met name vanuit de regio, met deelname van Port of Moerdijk, de Green Chemistry Campus, CBBD, TNO, ISPT, Universiteit Twente en BrightSite. Ook dat is een hele mooie aanvraag geworden.”
Beide Groeifonds-aanvragen zijn volgens Sederel zeer belangrijk voor de toekomst van zowel de agrarische sector als de chemie in Nederland. “Als hier iets van gaat lopen, betekent dat een grote versnelling van de transitie waar we als CBBD altijd over gesproken hebben. De Groeifonds-aanvragen maken het mogelijk om deze transitie flink te versnellen met marktpartijen, want er komt dan een behoorlijke financiering los. Dat geld gaat naar bedrijven en projecten. Als CBBD kunnen wij daarbij ook in de toekomst een positieve rol blijven spelen, bijvoorbeeld met inhoudelijke ondersteuning, onze wereldwijde benchmarking op technologiegebied, het uitwerken van marktplannen en het organiseren van evenementen om de boodschap naar het grote publiek toe te vertalen.”
Niet stilzitten
Beide Groeifonds-aanvragen zijn in het najaar van 2021 ingediend. Pas in het tweede kwartaal van 2022 komt er uitsluitsel over de vraag of ze worden gehonoreerd. Ze worden momenteel beoordeeld door een onafhankelijke commissie en externe deskundigen. Sederel: “Het duurt lang, maar de aanvraag wordt dan ook beoordeeld op meer dan 40 criteria. De eisen zijn streng omdat het buitengewoon belangrijk is dat het Groeifonds meer oplevert dan het kost in termen van banen, kennis en toegevoegde waarde. En het is moeilijke materie. Het valt het niet mee om bijvoorbeeld te zeggen wat een suikeragenda nou oplevert in termen van banen en toegevoegde waarde in 2050 en tot hoeveel CO2-impactreductie dat precies leidt. Dat moet goed worden onderbouwd. Maar in de tussentijd zitten we niet stil. We houden de goede contacten die we hebben gelegd warm en kunnen al een aantal van de noodzakelijke voorbereidingen treffen. We gaan ook gesprekken aan met bedrijven die interesse hebben om aan te sluiten, want slechts een deel van het geld ligt vast in niet verplaatsbare investeringen, zoals demonstratiefabrieken die naar het noorden van het land gaan, naar Limburg of naar de Deltaregio of een andere plek. Daarnaast blijft een behoorlijk niet-gealloceerd bedrag over waarvoor gewoon tenders worden uitgeschreven. Partijen kunnen zich bijvoorbeeld inschrijven op projecten voor toekomstige bioraffinage, of op het gebied van nieuwe moleculen uit suiker met fermentatie.”
Daarnaast bevat het voorstel ook een behoorlijke innovatieagenda. “Dat vinden we een buitengewoon belangrijk aspect, omdat het ook de samenwerking tussen grote en kleine bedrijven stimuleert. Vanuit die agenda willen we ons in 2022 nationaal verbonden blijven weten met GCNE. En regionaal richten we ons op die zaken die met name in Zeeland en West-Brabant relevant zijn.”
Levensvatbaarheid
Naast deze veelbelovende ontwikkelingen wordt CBBD dit jaar ook geconfronteerd met de noodzaak om de financiering van toekomstige activiteiten anders in te richten. Oorspronkelijk werd de organisatie gesubsidieerd door de drie provincies Zeeland, Noord-Brabant en Zuid-Holland. Die laatste wil zich meer op biotechnologie gaan richten en minder op groene chemie. Hoewel het verwante vakgebieden zijn, blijven dat vooralsnog twee werelden. Deze subsidie valt weg. De Provincie Noord-Brabant schuift de bestemming van haar subsidies bovendien van basisfinanciering naar projectfinanciering. “Dit betekent niet noodzakelijkerwijs minder geld, maar wel meer sturing vanuit de provincies op waar het aan wordt besteed.” De Provincie Zeeland overweegt een soortgelijke insteek.
CBBD zal dus haar plannen en middelen moeten aanpassen. Het zal volgens de voorzitter tot gevolg hebben dat CBBD zich wat meer regionaal zal moeten profileren. “Zaken als lobby en financiering en het veranderen van wet- en regelgeving moeten we vooral nationaal bepleiten, het is niet zinvol om dat voor veel regio’s apart te doen. Die rol zien we wat mij betreft perfect ingevuld door het initiatief Groene Chemie, Nieuwe Economie. Dankzij GCNE hebben we overigens ook meer leren samenwerken met andere regio’s die we eerder vooral als concurrenten zagen, zoals Noord-Nederland en Limburg. Gedachten als ‘alles wat in het noorden landt, landt niet in de Delta’ hebben we losgelaten. We stellen ons positiever op en werken samen op nationaal niveau. Partijen die zich in Nederland willen vestigen, kiezen toch zelf hun locatie.”
Regionale samenwerking
Naast samenwerking met andere regio’s, ligt ook samenwerking met andere organisaties binnen de eigen regio voor de hand, zoals de Green Chemistry Campus (GCC) in Bergen op Zoom en het Centre of Expertise Biobased Economy (CoE BBE) in Breda. CBBD en GCC richten zich beide op dezelfde markt en verlenen voor een deel overlappende diensten. Ze hebben bijvoorbeeld allebei business development, allebei communicatie, werken allebei aan een community. “De vraag is of we hierin niet beter samen kunnen optrekken, deze diensten efficiënter kunnen organiseren en zorgen dat we het bedrijfsleven meer interesseren voor het ecosysteem en de community’s in Zuid-Nederland. Die wens komt ook vanuit de campus, die nu 10 jaar bestaat, wat betekent dat ondersteuning vanuit de overheid zal worden afgebouwd. Naar de toekomst toe zal er een plan moeten komen dat levensvatbaarheid laat zien. Dat betekent dus krachten bundelen in Noord-Brabant, maar ook in Zeeland. Daar lopen constructieve gesprekken met o.a. het platform Smart Delta Resources.”
Wat gaan de leden daarvan merken? “Het is op dit moment wat moeilijk in te schatten hoe het er precies gaat uitzien. We moeten die samenwerking nog vorm geven. De provincie Noord-Brabant heeft hiervoor een kwartiermaker aangesteld, te weten Kees Joosten van Bax Consult. Die samenwerking is voor een aantal van de leden wel heel belangrijk en wat wij verwachten is dat wij wat meer aan de gang gaan met regionale projecten. En dan niet meer alles willen doen, maar keuzes maken, met een duidelijke focus op groene chemie/biobased, respectievelijk circulair/chemisch recyclen.”
“Wij zien voor onszelf ook een rol bij het identificeren van kansrijke combinaties van bedrijven en proposities. We kunnen ons netwerk inzetten om partijen te helpen met consortiavorming. Zo kunnen we regionaal proberen om dat soort projecten vorm te geven, groter te maken en de opschaling te versnellen. Als voorbeeld kan hier ons succesvolle Chaplin project dienen dat gericht is op biobased asfalt op basis van lignine met 29 partijen in een volledige ketenbenadering met aandacht voor circulariteit. Denk ook aan evenementen, netwerkvorming, het verder ontwikkelen van onze community en ons ecosysteem. Circulaire innovatie is 20% technologische innovatie en 80% sociale innovatie. Ook toevallige ontmoetingen zijn daarbij heel erg belangrijk”
Internationaal zijn er nog ambities. “We hebben hele goede contacten met de Noordelijke landen, maar ik denk dat we het dichter bij huis gaan zoeken, vooral in samenwerking met de buren in Vlaanderen en Noordrijn-Westfalen. Het Antwerpen-Rotterdam-Rhein-Ruhr cluster is een hele mooie schaal om synergie op te bouwen, dat moeten we ook blijven doen.”
Wat overeind blijft is ook de doelstelling van CBBD om 10 Megaton extra CO2-reductie te realiseren in 2030. Die ambitie werd uitgesproken in 2020. Sederel: “De olifant in de kamer is dat we zo niet kunnen doorgaan. ABP belegt niet meer in bedrijven die fossiele grondstoffen gebruiken. Dat is een behoorlijk statement. En kijk naar alle rechtszaken die er wereldwijd tegen bedrijven lopen die niet duidelijk en snel genoeg aan emissiereductie werken. De maatschappij wil dat er wat gebeurt. De tijd van praten en goede bedoelingen uiten is voorbij. We moeten met zijn allen aan de bak.”
Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met Circular Biobased Delta.