Lees verder
De energiecrisis in Europa mag niet ten koste gaan van de bossen, waarschuwt het Wereldnatuurfonds (WWF). Bossen absorberen een grote hoeveelheid CO2 en zijn een krachtige bondgenoot tegen klimaatverandering. Bovendien zijn zij een bron van biodiversiteit, stabiliseren zij de bodem, en vullen ze waterhoudende grondlagen aan.
Redactie / Gland

Het Wereldnatuurfonds (WWF) presenteerde vorige week het Living Planet Report, waaruit blijkt dat gecontroleerde populaties van bedreigde wilde diersoorten tussen 1970 en 2018 zijn verminderd met gemiddeld 69%. In Latijns-Amerika en het Caraïbisch gebied zijn ze zelfs met gemiddeld 94% afgenomen.

Volgens het rapport zijn de belangrijkste oorzaken van de afname van de populatie van wilde dieren wereldwijd de aantasting en het verlies van habitats, de exploitatie van soorten, de introductie van invasieve soorten, vervuiling, klimaatverandering en ziekten.

Ontbossing speelt een belangrijke rol in het verdwijnen van habitats voor wilde dieren. Zorgelijk is is met name de snelle ontbossing van Latijns-Amerika ten behoeve van de landbouw.

Bio-energie

Het WWF is bezorgd dat de energiecrisis veroorzaakt door de Oekraïne-oorlog ook tot meer gebruik van bio-energie zal leiden in Europa. In de EU is biomassa voor energie (bio-energie) de belangrijkste bron van hernieuwbare energie, met een aandeel van bijna 60%. Voor het gebruik van biomassa voor energie gelden nu al strenge duurzaamheidscriteria. Zo moeten leveranciers aantonen dat het hout afkomstig is uit duurzaam beheerde (niet biodiverse) bossen.

In Nederland wordt het overgrote deel (meer dan 80%) van de voor energie gebruike biomassa geleverd onder duurzaamheidscertificaat. Het resterende deel bestaat vooral uit relatief kleine rest- en afvalstromen, zo blijkt uit de meest recente jaarrapportage van het Platform Bio-economie.

Beeld: Rich Carey/Shutterstock