Waterstof kan op twee manieren worden gebruikt als krachtbron voor vliegtuigaandrijving. Ten eerste via verbranding in een gasturbine, ten tweede door het gebruik van brandstofcellen om waterstof om te zetten in elektriciteit om een propellermotor aan te drijven. Een waterstofgasturbine kan ook worden gekoppeld aan brandstofcellen in plaats van batterijen in een hybride-elektrische architectuur.
Waterstof-brandstofcellen, vooral wanneer zij op elkaar worden gestapeld, verhogen het afgegeven vermogen waardoor schaalbaarheid mogelijk wordt. Bovendien produceert een door waterstofcellen aangedreven motor geen stikstofemissies of uitlaatgassen, wat extra voordelen biedt bij het koolstofvrij maken van de economie.
ZEROe
“Op schaal kunnen brandstofcelmotoren wellicht een vliegtuig met honderd passagiers en een bereik van ongeveer 1.000 zeemijl aandrijven,” aldus Glenn Llewellyn, VP Zero-Emission Aircraft, Airbus. “Door te blijven investeren in deze technologie geven we onszelf extra opties die onze beslissingen onderbouwen over de architectuur van onze toekomstige ZEROe-vliegtuigen, waarvan we de ontwikkeling in de periode 2027-2028 willen starten.”
Airbus wil rond 2025 beginnen met grond- en vliegproeven van deze brandstofcelmotorarchitectuur aan boord van zijn ZEROe-demonstratievliegtuig. Het A380 MSN1-testvliegtuig voor nieuwe waterstoftechnologieën wordt momenteel aangepast om tanks met vloeibare waterstof en de bijbehorende distributiesystemen mee te nemen.
Zie de website van Airbus voor meer informatie.
Beeld: Herve GOUSSE – Master Films/Airbus-SAS