De biobased en circulaire cellulose voor deze toepassing wordt geleverd door het bedrijf Recell. Dat hakt daarvoor zeker geen bomen om. Erik Pijlman, directeur van Recell: “We winnen cellulose onder meer terug uit toiletpapier in rioolwater, maar ook uit industriële reststromen of huisvuil, denk aan drankenkartons, luiers of krantenpapier. Technisch gezien zijn het nog hoogwaardige vezels en het is zonde dat ze allemaal de verbrandingsoven ingaan. Deze destructie van kostbare grondstoffen levert ook nog eens uitstoot van broeikasgassen op.”
De toepassing van cellulose in producten zoals asfalt levert daarentegen negatieve emissies op. Als vuisregel geldt: 1 ton Recell legt 2 ton CO2 vast, al dan niet in de vorm van verhandelbare certificaten.
Als asfaltadditief is Recell overigens geen toekomstmuziek, maar een bewezen product. Het werd onder meer succesvol toegepast in wegen (het fietspad van Leeuwarden naar Stiens, de weg bij RWZI Harlingen), parkeerterreinen (bijvoorbeeld bij Kinderboerderij Stadspark Groningen) en zelfs dijksversterking. Daarbij leidt het tot een snellere productie en verwerkingstijd: het is probleemloos in te mengen in bestaande systemen van asfaltproducenten en verkort de walstijd. Daarnaast kan Recell worden gebruikt als biocomposietmateriaal in reflectorpalen en banken (ook onderdeel van de infrasector).
Thema: De Wegenbouw Verduurzaamt 2021
- Asfalt wordt steeds groener
- Asfalt maken op lage temperatuur met lijnolie
- Cellulose als groen asfaltadditief
- Asfalt met Olivijn eet tonnen CO2
Deze artikelen kwamen tot stand in samenwerking met Chemport Europe.
Beeld: Recell